Christus komt tot ons, onverdiend ten opzichte van ons. De ziel ontvangt veel druppelen van Christus, terwijl hij ze niet verdient. Het goede van Christus wordt niet door ons verdiend. Zouden wij geen regen van Christus krijgen eer wij het verdienden, wij zouden een eeuwige droogte moeten lijden. De eerste genade van Christus is een voorkomende genade: „Ik ben gevonden van diegenen die naar mij niet zochten.” Wij doen zo weinig om de invloeiingen van Christus te verdienen. Al hetgeen Christus voor ons doet, is enkel de beweging van Zijn eigen genade.Wij moeten zeggen: genade, genade tot alle ziel. Vetmakende druppelen die van Christus komen. Hij die van verdienste droomt, vergeet dat Christus nederdaalt als een regen. Alle kinderen der mensen hebben gebrek aan Christus, maar niemand van de kinderen der mensen kan Christus verdienen.

Ralph Robinson, predikant te Londen (”Christus alles en in allen”, 1668)