Prins Constantijn: Ik voel me geen bankzitter
DEN HAAG (ANP) – „Het begrip van reservekoning zegt me niets, ik voel me geen bankzitter. Bovendien is Amalia reservekoningin. Als Willem–Alexander er behoefte aan heeft, zal ik mijn broer straks zoveel mogelijk in het openbaar en achter de schermen bijstaan, dat wel". Dat zegt prins Constantijn (36) zaterdag in een interview met De Telegraaf.
De in Brussel woonachtige prins verwijst in de krant naar prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven, die zijn moeder, koningin Beatrix, steunen. „Maar in de uitvoering zal het in onze generatie weer anders zijn. Hoe, zal afhangen van de gevoelens en gedachten van mijn broer en de hulp die ik kan bieden. Er zijn natuurlijk ook genoeg andere familieleden ter ondersteuning".Volgens Constantijn, die werkzaam is bij de onafhankelijke denktank Rand Europe, is de voorbereiding op zijn rol een doorlopend proces. „Ik ontwikkel mezelf zo breed mogelijk en volg de ontwikkelingen in Nederland aandachtig. Op termijn betekent het dat we naar Nederland terugkomen".
Over Koninginnedag zegt prins Constantijn: „het is vooral een positieve en uitgelaten dag waarop je merkt hoe belangrijk je voor mensen kunt zijn, door bijvoorbeeld alleen al handen te schudden. Koninginnedag vinden wij dus absoluut geen oubollige traditie, zoals wel eens wordt gesuggereerd". De prins ziet hun „actieve maatschappelijke rol" als een belangrijke meerwaarde van de monarchie, boven de pure staatsvorm.
„Het is belangrijk dat als de maatschappij verandert, het koningschap zich aanpast. Daarbij moet het oog hebben voor wat het behouden waard is en wat aan vernieuwing toe is. Ik ben daarin behoedzaam progressief. Ik houd van verandering als het zinvol is. De vraag voor Willem–Alexander is straks hoe ver hou je vast aan traditie en verander je?"
Over koningin Beatrix zegt hij: „Mijn moeder is zeer plichtsgetrouw, daadkrachtig, doortastend, zorgzaam, soms bezorgd en ze heeft oog voor detail. Openbare optredens en happenings moeten stijlvol zijn en waardigheid uitstralen. Dat geldt ook voor hoe je met mensen omgaat. Voor mijn moeder is het koningschap geen baan die je aan en uit zet, dat begrijpt u".