Bush verdedigt beleid tegen terrorisme
WASHINGTON (ANP) – De Amerikaanse president George Bush heeft vrijdag in een persconferentie zijn voorstellen over de behandeling en berechting van terreurverdachten verdedigd. Hij zei dat het omstreden wetsontwerp – dat hij vorige week indiende – de mensen die aan het front tegen terroristen vechten, de middelen geeft die zij nodig hebben om de VS te beschermen.
Bush wil speciale militaire tribunalen instellen waar verdachten worden berecht die in het kader van de strijd tegen het terrorisme zijn opgepakt. Tijdens hun proces kan volgens Bush’ voorstel gevoelig bewijsmateriaal voor hen verborgen worden gehouden. Ook wil de president omstreden verhoormethoden, die volgens velen gelijk staan aan marteling, voor inlichtingenagenten legaliseren.De kwestie dreigt de regerende Republikeinse partij te splijten in de aanloop naar de verkiezingen in november, waarin de Democratische oppositie hoopt de parlementaire meerderheid te heroveren. Nationale veiligheid is het speerpunt van de Republikeinse campagne, maar de plannen die Bush vorige week ontvouwde gaan veel van zijn prominente partijgenoten in de Senaat te ver.
De invloedrijke senaatscommissie voor de strijdkrachten weigerde donderdag in te stemmen met het wetsontwerp van de regering. De commissie onder leiding van de Republikein John Warner, doorgaans een loyaal bondgenoot van de president, nam een eigen, minder radicaal voorstel aan over de behandeling van terreurverdachten. Bush vindt dat plan echter veel te soft.
Ook andere prominente Republikeinen keerden zich tegen het harde terreurbeleid dat Bush propageert. Voormalig topgeneraal en ex–minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell waarschuwde donderdag dat het buitenland steeds meer twijfelt aan de morele grondslag van de Amerikaanse oorlog tegen het terrorisme. De huidige plannen zullen dat wantrouwen slechts versterken, waarschuwde Powell.
Bush hield vrijdag vol dat zijn voorstellen erop gericht zijn inlichtingenagenten, „fatsoenlijke burgers die de wet niet willen breken", duidelijk te maken wat wel en niet mag. Zo moet worden voorkomen dat zij zijn te vervolgen voor oorlogsmisdaden. Hij zei dat de Conventies van Genève uit 1949, die gaan over de behandeling van krijgsgevangenen, veel te vaag zijn.