Nederlandse platteland verstedelijkt steeds meer
DEN HAAG (ANP) – Het typisch Nederlandse platteland verdwijnt en krijgt steeds meer een stedelijke uitstraling. De aanblik van ongeveer een kwart van het landschap is verstoord doordat er veel is gebouwd langs snelwegen.
Tot die conclusie komt het Milieu– en Natuurplanbureau (MNP) in de Natuurbalans 2006, die donderdag is aangeboden aan minister Veerman (Landbouw). Volgens het MNP is het tij alleen te keren als plannenmakers meer dan de afgelopen vijftien jaar rekening houden „met de onomkeerbare effecten op lange termijn op natuur en landschap.“Het bebouwde gebied nam de afgelopen vijftien jaar met ruim 20 procent toe, een oppervlakte die even groot is als de Noordoostpolder. Een verstoring van het oorspronkelijke landschap, aldus het MNP. De helft van de nieuwe gebouwen bestond uit bedrijventerreinen die „vaak ongecoördineerd zijn aangelegd, met weinig aandacht voor de natuur.”
Verder kwamen er veel meer recreatiewoningen bij en werden boerderijen verbouwd tot woning. Het groene beeld werd bovendien aangetast doordat het aantal boerenbedrijven daalde. De vrijkomende grond ging doorgaans naar andere landbouwbedrijven, die grote schuren of loodsen bouwden of zich ook gingen bezighouden met bijvoorbeeld de verkoop van streekproducten of het onderdak bieden aan toeristen.
Ondanks alle bouwactiviteiten kwam er sinds 1990 ook ongeveer 50.000 hectare nieuwe natuur bij en verbeterde de kwaliteit van het water, wat de visstand in de rivieren ten goede kwam. Toch moet het roer om om de afname van soorten planten en dieren te stoppen. Zo daalt het aantal weidevogels steeds sterker terwijl ook de dagvlinders onder druk staan.
„De Nederlandse natuur wordt eenvormiger. De populaties van soorten vogels, dagvlinders en reptielen die afhankelijk zijn van een speciale habitat zijn sinds 1992 afgenomen. Soorten die in meerdere omgevingen kunnen leven, bleven stabiel of namen juist in omvang toe. Vooral soorten met een voorkeur voor voedselarme milieus gaan achteruit", aldus het MNP.
Minister Veerman ziet de Natuurbalans als een aansporing om het beter te doen. „De essentie is dat we ons zorgen moeten maken over de inrichting van het landschap. Het is een taak van het Rijk om te reguleren."
Volgens Natuurmonumenten blijkt dat de politiek de natuur uit het zicht dreigt te verliezen. Directeur De Graeff roept de overheid op serieus werk te maken van natuurbeleid.
„Wij willen dat de overheid werk maakt van het vergroten en verbinden van natuurgebieden, het beschermen en opknappen van de meest waardevolle landschappen en het realiseren van meer groen in en om de stad. Bij elkaar moet dat een groen netwerk opleveren: van tuin tot duin en van stad tot wad. Zo wordt de leefbaarheid van ons land ook voor de komende generaties geborgd", aldus De Graeff.
Volgens Natuur en Milieu toont de rapportage het failliet van het ruimtelijk beleid aan. De stichting wil dat de rijksoverheid „serieuze drempels opwerpt" tegen bouwen in het open land. „Nederland wordt rommeliger, voller en lelijker", aldus directeur Mirjam de Rijk.
Staatsbosbeheer maakt zich zorgen over de „liefdeloosheid waarmee nieuwe woonwijken, bedrijfsgebouwen en infrastructuur" worden ingepast. „Veel van ons mooie landschap is nog niet definitief verdwenen en geruïneerd. Maar haast is geboden, veranderingen gaan snel, zo vertelt de Natuurbalans ons."