Burgers positief over natuur en landschap
DEN HAAG - Nederlanders zijn positief over de natuur en het landschap in Nederland. De afgelopen vijftien jaar zijn steeds meer mensen buiten de stad gaan recreëren. Het platteland wordt echter wel steeds saaier.
Dat schrijft het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) in de Natuurbalans 2006, die vanmiddag is gepresenteerd.Vooral bossen zijn in trek als recreatiegebied, meer nog dan het strand, aldus het MNP. Verreweg de meeste wandeltochten voeren door bossen en over heidevelden.
Allochtonen zijn minder geïnteresseerd in natuur en landschap dan autochtonen. Ze weten er weinig van en gaan er niet vaak heen. Stadsparken vinden ze het aantrekkelijkste landschap.
De verstedelijking rukt steeds verder op, stelt het planbureau. Het platteland is steeds minder open doordat de oppervlakte bebouwd gebied de afgelopen vijftien jaar met ruim een vijfde is uitgebreid. Steeds meer boerderijen dienen als woonhuis voor stedelingen en het aantal recreatiewoningen, maneges en golfbanen is met respectievelijk 40, 50 en 80 procent toegenomen. Wonen, werken, natuur en recreatie zijn in opkomst op het platteland, ten koste van de landbouw.
Niet alleen het platteland wordt saaier, ook de natuur. Veel planten- en diersoorten zijn in aantal achteruitgegaan. Er zijn steeds minder weidevogels. Ook de dagvlinders doen het slecht. In 2010 moet die soortenafname zijn gestopt, maar het is „niet aannemelijk” dat de overheid die doelstelling haalt, aldus het MNP.
Op het gebied van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), een aaneengesloten verzameling natuurgebieden, is succes geboekt. Tussen 1990 en 2005 is er 50.000 hectare nieuwe natuur bijgekomen. De laatste jaren stokt de aanleg van nieuwe natuur, vooral doordat particulier natuurbeheer traag op gang komt. De vorming van verbindingsstukken tussen de natuurgebieden in de EHS schiet ook niet op.
Het MNP constateert dat provincies vanaf volgend jaar meer zeggenschap krijgen over de inrichting van het platteland. Gebleken is echter dat ze voor hun nieuwe rol niet genoeg geld krijgen van het Rijk.