Aboutaleb: Weg met Zondagswet
ROTTERDAM - In een moderne, westerse samenleving is geen plaats voor religieus getinte wetten zoals de Zondagswet. Deze wet is „een steen des aanstoots.”
Dat zei de Amsterdamse wethouder Ahmed Aboutaleb woensdagmiddag in Rotterdam bij de presentatie van een boek over de toekomst van het islamitisch onderwijs.Aboutaleb, van Marokkaanse afkomst en moslim, reageerde op uitlatingen van minister Donner van Justitie in een woensdag verschenen boek van twee journalisten van Vrij Nederland. Daarin zegt de bewindsman dat de sharia -de islamitische wetgeving- in Nederland ingevoerd moet kunnen worden als twee derde van de bevolking dat wil.
Aboutaleb is daar faliekant tegen. „Dit is zeer ongewenst. Ik zal ertegen strijden. We moeten in Nederland juist de andere kant op en onze wetten ontdoen van religieuze invloeden. Die passen niet in een moderne, westerse samenleving. Ik noem de Zondagswet als voorbeeld. Die moet weg. Deze wet is een steen des aanstoots.”
Aboutaleb ziet „niet veel heil” in islamitisch onderwijs, hoewel hij er „als democraat niet tegen is”, omdat in een democratie alle ouders recht hebben op eigen scholen. Op grond daarvan hekelt hij de maatregel -op voorstel van de VVD- dat nieuwe islamitische scholen niet meer dan 80 procent achterstandsleerlingen mogen hebben. „Pure intolerantie. Dit is marchanderen met grondrechten.”
Toch staat Aboutaleb „niet te applaudisseren” bij islamitische scholen. „Veel betrokkenen zijn incompetent en doen alleen maar mee omdat ze macht willen. In Amsterdam stapelen de financiële schandalen rond deze scholen zich op. Bestuurders zetten zichzelf op de loonlijst, dat soort praktijken. Het is een ratjetoe.”
De Amsterdamse wethouder zet „grote vraagtekens” bij het materiaal voor de godsdienstlessen op islamitische scholen. „Het wordt ergens anders in de wereld, in een golfstaat of in Afrika, gemaakt, in een totaal andere maatschappelijke context dan hier. Het materiaal past niet bij het democratische Westen.”
Aboutaleb verklaarde desgevraagd niet artikel 23 (over de vrijheid van onderwijs) te willen afschaffen. „Ik ben persoonlijk een groot voorstander van openbaar onderwijs, maar het bijzonder onderwijs doet het goed. Dat moeten we zo laten.”