OR wil meebeslissen over kerntaken Inspectie
De ondernemingsraad (OR) van de Inspectie voor de Gezondheidszorg wil meebeslissen over de kerntaken van de dienst. Inspecteur-generaal H. Kingma gaf al zijn visie aan de minister van Volksgezondheid. De OR wil zijn brief van tafel hebben, zodat eerst het personeel zich kan uitlaten over de kerntaken. De kwestie diende donderdag voor de ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam.
Volgens de landsadvocaten is het vaststellen van de kerntaken een zaak van de minister en valt het daarmee onder de democratische controle van de Tweede Kamer. De OR van de Inspectie voor de Gezondheidszorg komen pas aan bod als het besluit vaststaat en nagedacht moet worden over de uitwerking.
Toch had de minister, toen nog Borst, gevraagd naar het standpunt van de Inspectie zelf voor zij een besluit hierover wilde nemen. Kingma is op dit verzoek ingegaan, maar zonder de OR erbij te betrekken.
Kingma schreef de minister dat de Inspectie voor de Gezondheidzorg zich primair wil richten op het bewaken van de volksgezondheid. Andere zaken, zoals de controle op zelfstandige zorgverleners en de omstandigheden waarin patiënten wonen, moeten daarvoor plaatsmaken. De controle op het zogeheten gunstbetoon van farmaceutische producenten (congressen in zonnige oorden en andere prettige bijkomstigheden) zou ergens anders moeten worden ondergebracht.
De ondernemingskamer van het hof beslist volgende week donderdag of de OR iets over de kwestie te zeggen heeft.