Voetbalvandalisme verschuift naar stad
DEN HAAG - Voetbalsupporters zoeken steeds vaker al voor de wedstrijd de confrontatie, meestal in de binnenstad. Daarmee verschuift het voetbalvandalisme van de stadions naar de stadscentra.
Dat blijkt uit een woensdag gepresenteerd onderzoek van het Auditteam Voetbalvandalisme onder leiding van oud-staatssecretaris Vliegenthart. Het rapport over de periode 2005-2006 is woensdagmiddag overhandigd aan minister Remkes van Binnenlandse Zaken en aan de voorzitter van de KNVB.Het ernstigste conflict dateert van februari dit jaar, toen ongeveer zeventig Ajaxfans een supportershonk van ADO Den Haag bestormden. De Ajaxsupporters stichtten brand en mishandelden de acht aanwezigen. De politie beschikte niet over informatie over een ophanden zijnde confrontatie. Volgens het rapport wordt de informatievoorziening van de politie beter, waardoor veel mogelijke confrontaties zijn voorkomen.
De politie-inzet bij competitiewedstrijden is in vier jaar tijd met 10 procent gedaald, ondanks meer gespeelde wedstrijden door het nieuwe play-offsysteem. Hierbij treffen de clubs elkaar in korte tijd twee keer voor een plaats in de Champions League, de Europese competitie. Door de korte voorbereidingstijd en doordat er voor de clubs veel op het spel staat, leidt dit tot een verhoogde spanning en tot een „veel hogere” politie-inzet. Bij de meeste clubs in de ere- en de eerste divisie is de politie-inzet daarentegen sterk afgenomen. Worden de play-offwedstrijden niet meegeteld, dan is de inzet met 20 procent verminderd. Het aantal politiemensen dat actief is, verschilt echter sterk per club.
De politie moet volgens het auditteam meer aandacht besteden aan succesvolle vervolging en veroordeling van gewelddadige supporters en niet alleen de rellen de kop indrukken. Bovendien moet de politie voldoende oefenen. Het maken van foto’s en video’s leidt tot verbetering in de opsporing, waardoor vaker achteraf daders kunnen worden opgepakt en veroordeeld.