Defensie haakt aan bij NAVO-transportvloot
DEN HAAG - Nederland neemt deel aan een NAVO-initiatief voor de aankoop van C-17-transportvliegtuigen. Dat heeft staatssecretaris Van der Knaap (Defensie) dinsdag bekendgemaakt.
Met de aanschaf van de gigantische C-17 Globemaster III willen de Europese NAVO-landen iets doen aan het nijpende tekort aan transportcapaciteit voor hun legers.Behalve Nederland doen ook de Verenigde Staten, Italië, Denemarken, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Bulgarije, Roemenië, Slovenië, Estland, Letland en Litouwen mee aan het NAVO-initiatief.
De eerste C-17 moet al midden volgend jaar beschikbaar komen. Dat kan doordat een aantal toestellen van de productielijn wordt gehaald die oorspronkelijk bedoeld waren voor de Amerikaanse luchtmacht. Die heeft 120 Globemasters III in bestelling, waarvan het merendeel al is afgeleverd. Ook Engeland, Australië en Canada hebben een aantal C-17’s gekocht.
Nederland krijgt binnen de NAVO-vloot recht op 500 vlieguren per jaar, maar wordt geen eigenaar van een C-17. Het voorgestelde contract kost ons land jaarlijks 10 tot 15 miljoen euro en heeft een looptijd van dertig jaar.
Nederland betaalt een relatief fors deel van de kosten voor het vliegen met de transportreuzen. Dat is volgens Defensie nodig omdat de luchtmacht nu geen geschikt vliegtuig heeft voor transport van grote hoeveelheden materieel over een lange afstand. Dat terwijl Nederlandse troepen juist steeds vaker in groten getale en ver van huis worden ingezet.
Voor de bevoorrading van troepen Afghanistan is defensie vrijwel geheel afhankelijk van luchttransport. Nu worden daarvoor jaarlijks meer dan honderd vluchten ingehuurd bij burgerluchtvaartmaatschappijen.
De komende maanden voert de NAVO contractonderhandelingen met leverancier Boeing.