Vooroordelen
Ons verstand wordt van jongs af vervuld met een oneindig aantal van allerlei soort vooroordelen. Wij worden daardoor zodanig ingenomen dat wij nauwelijks in staat zijn om maar enige zaak naar waarde en waarheid te oordelen. Ons verstand is, zolang wij kinderen zijn, te klein en te zwak om zelfs alles te kunnen schiften. Het is dan immers nog niet machtig de valsheid te ontdekken. Hierdoor wordt ons verstand van jongs af met verdorvenheden bezet, door een ongelooflijk aantal vooroordelen, waarin de meeste mensen blijven tot hun dood toe.
Zeer weinigen zijn er die dat merken en daarom menen zij dat zij wel zien en oordelen, maar zij zijn inderdaad blind. En onder hen die het wel merken, zijn er velen die de moeite niet nemen om die vooroordelen af te leggen. Hierdoor komt het dat het oordeel van de mensen doorgaans gebrekkig is en niet helder, niet zeker, niet onderscheidend, niet genoeg naar waarheid.Daarom is het geen wonder dat Zijn zien en oordelen veel verschilt van dat van de mensen. De Heere wijst in dit geval het onderscheid nader aan. Want, zegt Hij, de mens ziet aan wat voor ogen is. Dat is een voornaam onderscheid tussen het zien en het kennen. Wij zien naar het uiterlijke, maar de Heere naar het innerlijke.
Johannes Beukelman, predikant te Alblasserdam (”Keurstoffen”, 1776)
