Opvoedkampen? Jeugdgevangenissen!
DEN HAAG - Het kabinet onderzoekt de juridische mogelijkheden om probleemjongeren onder dwang in kazernes te disciplineren. „Een noodzakelijk middel”, zegt CDA-Kamerlid Van Hijum, „anders glijden ze af.” D66’er Lambrechts vindt het „doorgeslagen repressief.”
Ongrijpbaar zijn ze, de hangjongeren die voortijdig hun school hebben verlaten, geen diploma hebben, geen werk, en geen uitkering. Staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken sloot zich in eerste instantie aan bij de conclusie van adviesbureau Berenschot dat het juridisch onmogelijk is om probleemjongeren zonder strafblad op te sluiten. Maar de drie grote partijen, CDA, PvdA en VVD, legden zich daar niet bij neer. „Dan moeten we de wet maar aanpassen”, zei Van Hijum.
En dus werkt het kabinet op dit moment aan wetgeving om die groep van 12.000 tot 40.000 probleemjongeren onder dwang aan heropvoedingskampen te laten deelnemen.
Van Hijum: „Je moet die jongeren opsluiten en opvoeden. Mijn stelling is dat ze bepaalde elementaire vaardigheden missen en die moeten we hun bijbrengen. Ze moeten dagritme opdoen, op tijd komen, ze moeten leren zich aan afspraken te houden. Discipline, daar gaat het om.”
D66-Kamerlid Lambrechts zucht. „Dit is zo doorgeslagen repressief. Premier Lubbers pleitte begin jaren negentig ook al voor van die kampementen. Als jongeren echt iets op hun kerfstok hebben, moet je ze aanpakken. Maar dit idee is me net iets te repressief. Het zijn gewoon jeugdgevangenissen waar we het over hebben.”
Repressief? Van Hijum is niet onder de indruk. „Het is inderdaad onder dwang. Maar het zijn geen jeugdgevangenissen, dat is echt een verkeerd beeld. Het gaat ons namelijk om de jongeren zelf. Wij willen dat ze uiteindelijk weer perspectief krijgen op de arbeidsmarkt. Als we niets doen, dreigen ze definitief af te glijden. Dat moeten we absoluut voorkomen.”
Een nobel streven, vindt Lambrechts. Het doel deelt ze ook wel. Maar het plan heeft volgens haar in deze vorm bezwaarlijke kanten. Het druist namelijk regelrecht tegen het bestaande recht in. „Wij hebben in dit land het principe dat je, zolang je geen overtreding hebt begaan, niet zomaar van je vrijheid kan worden beroofd. Burgers in dit land zijn onschuldig totdat het tegendeel bewezen is.”
Lambrechts ziet meer iets in een training voor de jongeren, en ook in een zogeheten leer-werkplicht ziet ze mogelijkheden.
Maar in de praktijk blijkt gewoon dat deze jongeren niets willen, werpt Van Hijum tegen. „Met deze groep is echt niks te beginnen. Daarom moeten we juist wetgeving bedenken om ze onder dwang aan te pakken. Het zou natuurlijk het mooiste zijn als training door ouders of gezinscoaches voldoende was. Maar we hebben het nu over een losgeslagen groep waar niemand grip op heeft.”
De D66’er vindt dat een „veel te eenzijdig beeld.” De nadruk wordt naar haar mening te veel op de onwelwillendheid van de jongeren gelegd. „Uit onderzoek blijkt dat er grote overeenkomsten zijn tussen het gedrag en vaardigheden als lezen en schrijven. Sommigen van die probleemjongeren kunnen gewoon niet wat ze op hun leeftijd al lang hadden moeten kunnen. Hun gedrag betitelen we dan als recalcitrant. Maar uiteindelijk missen ze gewoon communicatieve vaardigheden. Is het niet beter om dat aan te pakken?”