„Geloof en toerekening zijn kern belijden”
MIDDELHARNIS - „De meest fundamentele notie van ons belijden van de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof is de toerekening van de gerechtigheid door het geloof.” Dat zei ds. C. P. de Boer, christelijk gereformeerd predikant te Werkendam, die zaterdag in Middelharnis op de vijfde themadag voor mannen sprak over ”Geloof en toerekening”.
De themadag over ”Geloof en zekerheid” werd georganiseerd door de Hervormde Mannenbond en de Christelijke Gereformeerde Mannenbond in de regio Zuid-Holland en Zeeland. Volgens ds. De Boer is de nood in de rechterflank van de gereformeerde gezindte niet zozeer de kritiek op de prediking die met name jongeren uiten, maar veelmeer de onmacht van predikanten en ouderlingen om in de prediking en de gesprekken vanuit Gods Woord aan kritische jongeren geestelijk leiding te geven.Dit geestelijk vacuüm ziet hij op dit moment vanuit de evangelische beweging opgevuld worden, met als gevolg dat binnen de reformatorische gemeenten een generatie jongeren langzaam maar zeker van Gods Woord en de belijdenisgeschriften vervreemdt. De meest fundamentele notie van het belijden vatte ds. De Boer dan ook samen in de toerekening van de gerechtigheid door het geloof. „Het Evangelie openbaart Gods rechtvaardigheid niet als een oordeel, maar als een vrijspraak”, zei hij.
Eigen schuld
De Bijbelse achtergrond van het woord gerechtigheid is volgens hem: recht tegenover iemand staan en hem recht in de ogen kijken. „Dat maakt op een ingrijpende wijze de keerzijde van Gods gerechtigheid direct na de zondeval duidelijk. De mens moet onder Gods ogen vandaan.” Ligt dat misschien aan de onmacht van de mens? zo vroeg hij zich af. „Paulus laat ons in zijn brief aan de gemeente van Rome zien dat de mens op een actieve manier God verloochent. Verloren gaan is dus eigen schuld”, aldus ds. De Boer.
Op het punt van Bijbels spreken over zonde constateert de predikant een verschil met de manier waarop binnen de evangelische beweging over zonde wordt gesproken. „Daar is zonde een defect aan de mens, een tekort, een handicap of een blijk van onvermogen. Genade moet dit tekort aanvullen, waardoor een mens in staat wordt gesteld om te geloven. Hij moet met zijn geloof zelf de berg beklimmen om Gods gerechtigheid te verkrijgen, terwijl God in Christus de berg is afgedaald en ons door het geloof de gerechtigheid toerekent”, aldus de predikant.
Daarbij wees hij erop hoe de Schrift van Abraham zegt dat hij God geloofde en dat het hem tot rechtvaardigheid is gerekend. „Zo openbaart God Zijn gerechtigheid in het Evangelie, dat tot mij komt in de belofte. In die belofte word ik ten diepste door de belovende God gegrepen en ik mag in de belofte rusten op de genadige gezindheid van God.”
Gevangenis
Ds. I. Lörincz, predikant in Tirgo Mures in Roemenië, sprak over ”De trouw van God tijdens de verdrukking”. Hij vertelde hoe aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw in Roemenië onder Hongaarse christenen een opwekking had plaatsgehad en hoe daarna -in de tijd van het communisme- de leiders van die opwekking in de gevangenis werden gezet, onder wie zijn vader.
Ds. Lörincz zei uit eigen ervaring te weten wat lijden, geloofsbeproeving en geloofszekerheid inhouden. Uit een van de getuigenissen verhaalde hij over de zegen die in gevangenschap is ervaren. „De gevangenis heeft ons opgeleid in ootmoed, geduld en volharding.” De predikant heeft onder andere in Nederland gestudeerd en is goed op de hoogte met kerkelijk Nederland. Hij heeft tal van vrienden binnen de gereformeerde gezindte. Ook heeft hij goede contacten met de stichting Kom over en help (KOEH), die in 2001 het door Lörincz vertaalde boek ”In banden en gevangenis” heeft uitgegeven.