„Hoge eisen stellen aan catecheten”
EDE - Mentorcatechese kan een goede manier zijn om de impasse in de catechese het hoofd te bieden. Het is echter wel belangrijk om hoge inhoudelijke eisen te stellen aan de catecheet.
Dat stelt ds. M. van Campen zaterdag in zijn afscheidscollege van de Christelijke Hogeschool Ede. Vanaf 1998 was hij fulltime docent aan de CHE. Sinds twee weken is hij als predikant verbonden aan de hervormde gemeente van Zwartebroek/Terschuur.In zijn afscheidscollege, met de titel ”Mentorcatechese, voordelen en valkuilen”, gaat de lector in op het fenomeen mentorcatechese. Volgens ds. Van Campen is mentorcatechese niet echt origineel en eigenlijk gewoon een voortzetting van de zogenaamde huiscatechese die in de jaren zeventig in de Gereformeerde Kerken in Nederland opgang maakte.
Volgens hem wordt het model inmiddels ook in de gereformeerde gezindte volop gebruikt. „Om de impasse in de catechese het hoofd te bieden, lijkt de gereformeerde gezindte met terugwerkende kracht de remedie van de Gereformeerde Kerken destijds over te nemen, zij het in sterk gewijzigde opzet.”
Volgens ds. Van Campen is mentorcatechese, evenals de huiscatechese, uit de nood geboren. Een van de eerste gemeenten die een nieuwe weg wilden inslaan, was Veenendaal. Een aantal jaren geleden startte de gemeente met een vorm van mentorcatechese, die intussen bekendstaat als het Veenendaalse model. Deze insteek komt erop neer dat men alle catechisanten tussen de 12 en 17 jaar in één grote sessie bijeenbrengt voor een inleiding over het thema van de avond, die wordt verzorgd door de predikant of de catecheet.
Na deze presentatie -al dan niet met gebruik van multimediale middelen- verdelen de jongeren zich naar leeftijd in groepen. Onder leiding van een mentor wordt dan de inleiding verwerkt door middel van gesprek of andere verwerkingsvormen. „Binnen een mum van tijd namen tal van andere gemeenten dit model over in al dan niet aangepaste vorm”, aldus de predikant.
Als een belangrijk pluspunt van mentorcatechese wordt genoemd het feit dat er minder ordeproblemen zijn. Ds. Van Campen: „Omdat mentoren zich mengen onder de jongeren kunnen zij mede een oogje in het zeil houden. Ongetwijfeld kan men in dit opzicht van een welkome winst spreken.”
Daarbij schept volgens de predikant „de intiemere setting van een kleine groep verrassende kansen voor ontmoeting en gesprek tussen catecheet en catechisanten enerzijds en tussen catechisanten onderling anderzijds. Als de Heilige Geest het geeft, mag ook in een catechesegroep de gemeenschap der heiligen worden beoefend.”
Naast voordelen zijn er volgens hem echter ook wel valkuilen van mentorcatechese aan te wijzen. „Een reële bedreiging acht ik het risico dat mentorcatechese vroeger of later gaat lijden aan inhoudelijke bloedarmoede. Het feit dat in de meeste gemeenten eigen lessen worden gemaakt is daaraan mede debet. Ik heb grote bewondering voor gemeenteleden die in staat zijn goede lessen aan te leveren. Maar in het algemeen gesproken lijkt mij enige theologische scholing geen overbodige luxe. De mogelijkheid dat ”vreemde leringen” de catecheseruimte binnendringen of dat het gehalte van de lessen onder de maat blijkt te zijn, is niet denkbeeldig.”
Toch is volgens ds. Van Campen het overwegen van mentorcatechese de moeite waard. „In meer dan één opzicht valt deze vorm te prefereren boven de traditionele aanpak van de catechese. Zeker als het gaat om tienercatechese kan mentorcatechese een wezenlijke impuls geven, met name in gemeenten waar de klassieke vorm van catechese niet meer blijkt te voldoen. Mentorcatechese biedt tal van mogelijkheden om op een verantwoorde en eigentijdse manier invulling te geven aan leerprocessen voor christenjongeren.”
Wel pleit hij voor aanpassingen. „Mijn voorkeur gaat uit naar het werken met kleine groepen -in de regel niet meer dan tien jongeren- onder leiding van twee catecheten die de gehele les verzorgen. Aan een plenaire inleiding voorafgaande aan de groepsbespreking kleven naar mijn inzicht te veel bezwaren.”
Naar de overtuiging van de lector worden op deze wijze de voordelen van mentorcatechese voluit gehonoreerd, terwijl de valkuilen grotendeels voorkomen kunnen worden. In meerdere gemeenten is inmiddels ervaring opgedaan met deze vorm van catechese en de evaluaties zijn zonder meer hoopgevend. Ter wille van het onderscheid met de huidige praktijk pleit ds. Van Campen ervoor de term mentorcatechese te vervangen door duo-catechese.
Volgens hem is de zorgvuldige selectie van de catecheten van het grootste belang. „Aan degenen die het onderricht aan jongeren van de gemeente verzorgen, mogen hoge eisen worden gesteld. Catecheten dienen trouw meelevend te zijn binnen de gemeente en een kloppend hart hebben zowel voor Christus als voor de jongeren. Van hen mag verwacht worden dat ze een levend voorbeeld voor de catechisanten zijn in geloof en levenswandel.”
Volgens hem behoort het tot de taak van de kerkenraad deze gaven op te sporen, te stimuleren en te helpen ontwikkelen. „Van catecheten mag gevraagd worden dat zij bereid zijn zich voor minimaal twee jaar te verbinden aan de catechese, minimaal twintig avonden beschikbaar te zijn en deel te nemen aan de toerustingmomenten die met het oog op hun taak worden aangeboden. Wat mij betreft, worden deze afspraken schriftelijk vastgelegd en ondertekend”, aldus ds. Van Campen.