Uit de kerkelijke pers
Het Zoeklicht : Er komt alweer een nieuwe Bijbel. Dat wordt, zegt Henk Schouten in zijn commentaar in het Zoeklicht, een Bijbel met gaten. Iemand heeft de schaar gehanteerd, de niet welvoeglijke teksten eruit geknipt.
„Prof. dr. W. de Rijke legt uit waarom deze Bijbel er komt. „Als je de oude Bijbel leest, dan vergaat het plezier je snel. Om de haverklap krijg je weer een waarschuwing dat er iets mis is met je geld, of dat je weer wat moet doen. Altijd maar dat zuinige, dat zure, dat belerende. De tijd heeft die teksten ingehaald. Het is de tijd om stappen te zetten. Het is tijd voor een nieuwe Bijbelvertaling: de Westerse Bijbel. Geknipt voor de westerse consument! We hebben er alles uitgeknipt wat niet past bij de 21e eeuw. Geen woord over geld of armoede. Dit kunt u met een gerust hart aan uw kinderen laten lezen!”Wanneer naar argumenten gevraagd wordt, is daar bijvoorbeeld deze reactie: „U heeft veel Bijbelteksten weggeknipt. Waarom zijn ze er ooit ingekomen?” „Dat doet er in principe niet zo toe. Een deel was gewoon domheid, waarschijnlijk, van de boeren en de vissers die de Bijbelboeken schreven. Maar misschien heeft de kerk er wel expres andere teksten ingezet. De kerk heeft altijd negatief gedaan over eerlijk geld verdienen.” Tot zover prof. De Rijke, op zijn site www.westersebijbel.nl. Natuurlijk mag u ook een gift overmaken, zo worden de rijken rijker. Zo kunnen we allemaal onze Bijbel schrijven: Je knipt er gewoon uit wat je niet past. Dieven knippen de teksten over stelen eruit, leugenaars hanteren de schaar op een andere plek. Natuurlijk hebben de hoereerders ook hun rechten, de overspeligen, de homoseksuelen, ieder heeft zijn schaar. We hadden de schepping er al eerder uitgeknipt, de zondvloed. Jona, de maagdelijke geboorte. Hoe zit het eigenlijk met de opstanding, de wederkomst, het Zoonschap van de Heere Jezus? Paulus schrijft: „Er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren” (2 Timótheüs 4:4, 5).
Ik vrees dat deze tekst er ook uitgeknipt is.”
De Wekker
In een column in het christelijke gereformeerde weekblad De Wekker overweegt ds. J. G. Schenau de voor- en nadelen van het independentisme. Een van zijn broeders had daar iets waarderends over gezegd. „Misschien zou hij ons toch nog eens duidelijk willen maken wát dan?”
„De laatste synode heeft de plaatselijke kerk meer ruimte gegeven. Bijvoorbeeld in de liturgie. Je krijgt als gastpredikant dan ook steeds vaker een lijst met plaatselijke lusten, lasten en liederen toegestuurd. We gebruiken straks drie, misschien wel vier Bijbelvertalingen. Waar kanselruil is met de GKV wordt het nog ingewikkelder. Want wij mogen zo onze eigenaardigheden hebben, als ik zo vrij mag zijn: zij kunnen er ook wat van! Als ingrijpender ervaar ik, dat naar verluidt dezelfde samenwonenden in de ene christelijke gereformeerde kerk niet, maar in een genabuurde christelijke gereformeerde kerk wel kerkelijk kunnen trouwen. En qua gemeenteopbouw: meer aandacht voor de gaven van de Geest kan heilzaam zijn, charismatisch ten koste van gereformeerd zal dan stukken minder blijken. De plaatselijke diversiteit neemt dus toe. Maar heeft nu die ontwikkeling een steuntje in de rug uit onverdachte hoek? Er ligt al een poosje de opmerking van ds. P. den Butter in een interview met het RD ter gelegenheid van zijn emeritaat: „Er zit toch iets goeds in het independentisme.” Het independentisme geeft de plaatselijke kerk grotere vrijheid dan ons presbyteriaal-synodale stelsel. Ds. Den Butter doelde in dit interview hiermee op mogelijkheden om plaatselijk met andere kerken toch verder te komen, ook als het landelijk gesprek stagneert.
Wat mij verbaast is dat het hierover onder ons zo stil bleef. Temeer, daar collega Den Butter al eerder, tegenover het ND, had opgemerkt, „dat een andere kerkstructuur waarschijnlijk de enige mogelijkheid is.” In dat interview doelde hij op ons kerkelijk leven in het algemeen. Vergis ik me nu, of is dat niet toch nogal wat? Ik heb te veel respect voor ds. Den Butter om achteloos voorbij te gaan aan wat hij zegt. Het blijft mij, eerlijk gezegd, wel verwonderen. In de particuliere synode van het zuiden was ds. Den Butter een van de ervaren predikanten, die ons beginnelingen leerde juist voor het geheel van de kerken te denken. Ik zou dat nog wel een poosje willen blijven proberen. En ook dit: independentisme, hebben we dat niet sinds jaar en dag de Nederlands gereformeerden verweten? Ik heb goed gezien, dat ds. Den Butter iets goeds in het independentisme ziet. Misschien zou hij ons toch nog eens duidelijk willen maken wat dan? En of dat iets het waard is onze hele kerkstructuur op haar kop te zetten. Als het presbyteriaal-synodale stelsel ook ruimte blijkt te kunnen geven, en tegelijk een stevige verantwoordelijkheid vraagt voor elkaar, dan heb ik vooralsnog geen behoefte aan iets anders. Een verdeeld huis stort zomaar niet in, als het één pand is dat je samen wilt bewaren en waar op tijd de wekker afgaat.”
De Waarheidsvriend
Een jongere uit een reformatorisch gezin die moslim wordt. Hoe kan zoiets? Cees Rentier, als predikant verbonden aan de stichting Evangelie & Moslims, schrijft over deze problematiek in de Waarheidsvriend (uitgave van de Gereformeerde Bond).
„Er is nog iets waarom bepaalde refojongeren zich soms aangetrokken voelen tot de islam. Veel jongeren hebben een periode in hun leven dat ze kritische vragen stellen aan de wereld van volwassenen waar ze steeds meer naar toe groeien. Dat is op zichzelf een gezond proces dat bij het volwassen worden hoort. Hun ongezouten kritiek op de ’schijnheiligheid’ van tal van naamchristenen heeft helaas vaak een kern van waarheid. De islam biedt hun nu de kans om aan de ene kant afstand te nemen van de kerken aan de andere kant God en Jezus niet los te laten. Tenminste, dat wordt hun in de moskee voorgehouden. De Bijbelse boodschap over God en over de mens moet je wel loslaten als je moslim wordt. Moslims erkennen en eren Jezus als profeet. In de Koran krijgt Jezus een hogere plaats dan de andere profeten. Jezus is volgens de islam echter niet meer dan een van de profeten. Hij is niet de gekruisigde en opgestane Zoon van God. Een Verlosser van Gods kant is volgens moslims niet nodig en niet mogelijk. De meeste moslims stellen daarom dat de Bijbel die christenen erkennen als Gods Woord, vervalst zou zijn.
Een derde element dat we tegenkomen bij jongeren die zijn overgegaan naar de islam, is dat ze soms zijn vastgelopen in hun worsteling met de leer van de uitverkiezing zoals ze die leerden kennen. Aan de ene kant heeft de islam ook een leer van predestinatie. Alles in het leven is voorbeschikt door Allah. Daar komt nog bij dat vanwege de verhevenheid van God je nooit kunt weten hoe het oordeel over je leven zal uitvallen. God is zich door geen verbond of belofte verplicht en er is geen offer van een Ander waarop je kunt pleiten.
Toch heerst er een groot optimisme in de islam. Zolang je maar geen ’genoten’ aan God toeschrijft, dat wil zeggen zolang je maar erkent dat er één God is en zolang je maar onthoudt van ernstige zonden, ijverig bent in goede daden en berouw toont over je zonden, mag je rekenen op Allah’s barmhartigheid. Hoewel er verschillen onder moslims op dit punt zijn, stemmen de hoofdstromingen overeen dat berouwvolle vrome moslims uiteindelijk in het paradijs komen. Een eventuele hellestraf is slechts tijdelijk. Belangrijk is, en dat spreekt jongeren aan die vast zitten op het punt van de uitverkiezing, dat het heel concreet is wat jezelf moet en kunt doen. Onderwerp je aan God door nauwgezet de regels te onderhouden en toon berouw over verkeerde daden. Misschien moet je wel een tijdje boeten, maar uiteindelijk komt het goed.”