Nederland let extra op radicale moslimleider
DEN HAAG (ANP) – Nederland zal de radicale Pakistaanse moslimleider Mohammed Anas Noorani Siddiqui komend weekeinde in de gaten houden als hij in een moskee in Amsterdam een conferentie leidt. Als hij strafbare uitlatingen doet, kan hij op een lijst van ongewenste personen worden gezet. Nederland zou hem dan voortaan de toegang kunnen weigeren.
Dat zei minister Donner (Justitie) donderdag in een debat met de Tweede Kamer, die zeer verbaasd was dat Siddiqui weer een visum voor ons land heeft gekregen. Een motie van kamerlid Wilders (Groep Wilders) om dat visum alsnog in te trekken en de man direct het land uit te zetten, kreeg echter onvoldoende steun.De Pakistaan is lid van de radicaalislamitische regeringspartij Jamiat Ulema Pakistan (JUP). Wilders wees erop dat die groepering in 1998 een fatwa van Osama bin Laden mede heeft ondertekend, waarin moslims werden opgeroepen Amerikanen en hun bondgenoten te doden. Siddiqui ondersteunde in maart een doodvonnis voor alle lasteraars van de profeet Mohammed, aldus het Kamerlid.
Vrijwel alle fracties vonden het in navolging van Wilders vreemd of onbegrijpelijk dat de omstreden moslimleider, die inmiddels in ons land is, een visum heeft gekregen. Hij zal in de Taibah–moskee in Amsterdam–Zuidoost een internationale conferentie leiden. Volgens Donner is Siddiqui voorzitter van de Surinaamse moskeekoepel World Islamic Mission (WIM), die in Nederland is aangesloten bij het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO).
Ook in de afgelopen jaren woonde hij hier bijeenkomsten bij. Voor zover bekend heeft hij toen geen uitspraken gedaan waarvoor hij strafrechtelijk kon worden vervolgd, aldus Donner. Siddiqui heeft ook een visum voor andere Europese landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk.
Volgens de inlichtingendienst AIVD was er, net als in voorgaande jaren, geen reden hem een visum te weigeren. „Betrokkene verblijft hier rechtsgeldig”, zei Donner. Volgens hem wordt er echter wel voor gezorgd dat „we opletten” bij de bijeenkomsten, onder meer om te zien of de Pakistaan geen gevaar vormt voor de openbare orde en de nationale veiligheid. Donner stelde dat de JUP in Pakistan behoort tot het „gematigd midden” en dat niet Siddiqui, maar de secretaris van de partij destijds de fatwa heeft ondertekend.