Het rechtscollege neemt het begin van de bouw als uitgangspunt voor de openstellingstermijn van vijf jaar, en niet de ingebruikname van het asielzoekerscentrum. Vaak verstrijken na de aanvang van de bouw enige maanden tot een jaar voordat de eerste asielzoeker de poort binnenloopt.

De uitspraak is een meevaller voor omwonenden, onder wie M. Spronck. Buurtbewoners van het azc in Hasselt stapten naar de Raad van State in de hoop dat deze de openstelling zou bekorten.

Met de uitspraak heeft de Raad van State de vraag beantwoord op welk tijdstip de termijn van tijdelijke openstelling aanvangt en eindigt. Veruit de meeste azc’s zijn tijdelijke centra die voor de duur van vijf jaar asielzoekers opvangen. Dat is volgens de overheid een bewuste beleidskeuze om het maatschappelijke draagvlak voor de azc’s zo groot mogelijk te maken. Als de vijf jaren voorbij zijn, verhuist het azc naar een andere gemeente.

Maar door de vele bezwaar- en beroepsprocedures van omwonenden volgde een groot aantal tegenstrijdige rechterlijke uitspraken over de termijnen. Daarin heeft de Raad van State nu duidelijkheid gebracht.

In een eerdere soortgelijke kwesties over het azc in Marum nam de Groningse bestuursrechter de aanvang van de bouw als ijkpunt. Inzake het azc in Siddeburen koos een andere bestuursrechter de verlening van de bouwvergunning en de vrijstelling als startpunt. Het COA wilde de daadwerkelijke ingebruikname als uitgangspunt nemen, zoals eerder door de Zwolse bestuursrechter in de zaak rond het azc in Hasselt is overgenomen. Maar de Raad van State koos uiteindelijk voor de lijn Marum en niet voor de lijn Hasselt.