Het nieuwe beleid kan rekenen op steun van een meerderheid in de Tweede Kamer, al kon minister Donner (Justitie) woensdag nog niet alle zorgen van vooral de oppositiepartijen wegnemen.In de nieuwe werkwijze, die de detentie doelmatiger en doeltreffender moet organiseren, moet een stelsel van straffen en belonen gevangenen aanzetten tot goed gedrag.

De ondernemingsraden komen eind september met een advies over de veranderingen en ook de Kamer wil er nog met Donner over doorpraten. De minister denkt echter dat het mogelijk moet zijn in november te beginnen met Detentie en Behandeling op Maat (DBM).

Donner benadrukte nog eens dat het systeem niet wordt ingevoerd om te bezuinigen. Ook wees hij erop dat het uitgebreidere cameratoezicht nooit het werk van bewakingspersoneel zal vervangen. De camera’s ondersteunen dat werk, aldus Donner. Hij rekende voor dat ook de werkgelegenheid op peil zal blijven. De SP wil later nog terugkomen op de „domme” plannen om het aanbod van onderwijs en arbeid voor kortgestraften te verminderen.

De ervaringen in de zes inrichtingen worden gebruikt om eventueel verbeteringen door te voeren, waarna de overige gevangenissen geleidelijk aan ook met het nieuwe regime aan de slag kunnen. Maatschappelijk werkers zullen de gedetineerden begeleiden en hen helpen bij de uiteindelijke terugkeer in de samenleving.

Donner erkende dat hij in de afgelopen jaren is gaan inzien hoe belangrijk die nazorg is en dat gevangenisstraf alleen „weinig hervormend” werkt. „De menselijke soort is niet te hervormen via de gevangenis. Het is wel een onderdeel, maar je kunt er niet mee volstaan”, zei de CDA-bewindsman.

De zes gevangenissen die als eerste te maken krijgen met het nieuwe regime staan in Heerhugowaard, Alphen aan den Rijn, Roermond, Veenhuizen (twee locaties) en Nieuwersluis. De nieuwe penitentiaire inrichting in Lelystad, waar kortgestraften zitten, is overigens als zevende startlocatie aangemerkt.