Máxima positief over werkende moeders
GRONINGEN - „Moeders hebben soms de neiging andere moeders die carrière maken, te veroordelen, alsof het ten koste van de kinderen zou gaan.” Prinses Máxima wond er gistermiddag op de Rijksuniversiteit Groningen geen doekjes om: zelf vindt ze het „geweldig” als een moeder het opvoeden van jonge kinderen combineert met een loopbaan buitenshuis.
„Máxima! Máxima!” De toeschouwers achter het hek beginnen enthousiast te roepen als de echtgenote van de kroonprins arriveert om het academisch jaar van de faculteit bedrijfskunde te openen. De prinses drukt de commissaris der Koningin de hand en verdwijnt naar binnen, zonder een blik of armzwaai richting het publiek. Eerder op de dag bezocht ze jonge ondernemers in de stad. Nu komt ze op bezoek bij de studenten die jonge ondernemers zouden kunnen worden.Een oorverdovend applaus breekt los wanneer de prinses de collegezaal betreedt. De studenten zitten tot in de nok. Nadat de decaan van de opleiding, prof. H. G. Sol, uit de doeken heeft gedaan aan welke geweldige opleiding de studenten bezig zijn of gaan beginnen, is het woord aan de Koninklijke Hoogheid. Een lachsalvo schalt door de zaal als fotografen de trappen af komen stormen. Máxima maakt een berustend gebaar.
”Diversiteit” is het thema van de openingsbijeenkomst. Máxima, lid van de commissie PaVEM (Participatie van Vrouwen van Etnische Minderheden), vertelt over haar eigen ervaringen, als vrouw én als lid van een etnische minderheid. „Met cultuurverscheidenheid heb ik wel een beetje ervaring.”
Ze studeerde economie in Buenos Aires, de hoofdstad van haar thuisland Argentinië. Een loopbaan bij twee banken in New York volgde. Er zat nogal een verschil tussen die twee. „Bij bank 1 was ik een van de twee latino’s; de rest van het personeel was van Angelsaksische herkomst. Je wordt dan benaderd vanuit vooroordelen: latino’s zijn klein, druk, explosief en zijn altijd te laat. Als je zo wordt bekeken, wordt dat bijna een selffulfilling prophecy (een vooroordeel dat zichzelf bevestigt, red.).”
Er liggen dan twee gevaren op de loer: „Dat je je opsluit in eigen kring en clichébeelden bevestigt, of dat je je overdreven gaat aanpassen aan de rest, waarbij je je Angelsaksischer dan je Angelsaksische collega’s of mannelijker dan je mannelijke collega’s gedraagt.”
Máxima werd in New York aangenomen voor de vrouwelijke klanten. „Wat bleek? Vrouwen hebben vaak liever een mannelijke bankier en mannen liever een vrouwelijke bankier.” Bij bank 2 werkten veel meer latino’s en daardoor werden ze meer als individu behandeld en kregen ze meer de ruimte.
Die ruimte voor verscheidenheid zou de prinses graag in het bedrijfsleven zien. Tijdens de opleiding is er diversiteit genoeg. „Als je twaalf studenten bedrijfskunde naast elkaar zet, heb je soms dertien verschillende meningen.” Op de arbeidsmarkt schiet de diversiteit volgens de prinses echter tekort.
Ze betreurt dat. Vrouwen komen nu onvoldoende aan de slag in het bedrijfsleven en daarmee doet onze samenleving zichzelf tekort, vindt ze. Het bedrijfsleven heeft juist baat bij de creativiteit die ontstaat bij de botsing van verschillende culturen, betoogt de prinses.
Ook diversiteit aan mannen en vrouwen in het bedrijfsleven is volgens Máxima een goede zaak. „Steeds meer vrouwen hebben een baan, maar slechts weinigen halen de top. Slechts een op de vier hogere managers is vrouw. Kortom: onderweg naar boven gaat er iets mis.”
Als een van de oorzaken noemde de prinses „de aanwezigheidscultuur. Het gaat dan om het aantal uren dat je achter je bureau doorbrengt. Maar bereikbaarheid en resultaten zijn veel belangrijker.” Die herwaardering zou vrouwen meer kansen geven.
„We moeten parttimers ook meer waarderen,” houdt ze de studenten -er zitten minstens zo veel vrouwen als mannen in de zaal- voor. Tot de 1100 nieuwe studenten -uit veertig verschillende nationaliteiten-: „Blijf nieuwsgierig, blijf vragen stellen. Neem geen genoegen met traditionele antwoorden.”