„Aardbeving kost steeds meer geld”
De groeiende afhankelijkheid van de maatschappij van apparatuur die uitvalt bij aardbevingen, gaat de verzekeringsmaatschappijen steeds meer geld kosten. Dat heeft seismoloog H. Haak van het KNMI dinsdag gezegd.
„Bedrijven zijn steeds meer afhankelijk van computersystemen. Als deze bij een aardbeving uitvallen, is de financiële schade gigantisch”, aldus Haak. Ook zal het aantal schadegevallen toenemen door de groeiende overbevolking.
Het beveiligen van dat soort systemen vindt de seismoloog belangrijker dan het ’aardbevingproof’ maken van gebouwen in Nederland. De kans dat er in Nederland een gebouw instort door een aardbeving is heel erg klein en weegt niet op tegen de kosten.
Een gebouw moet overeind blijven zodat er geen slachtoffers vallen, vindt Haak. „Er is pas instortingsgevaar bij een aardbeving van 6,25 op de schaal van Richter. De kans dat die in Nederland plaatsvindt, is eens in de 5000 tot 10.000 jaar.”
Nederland kent geen verplichting aardbevingbestendige gebouwen te bouwen. Wel raadplegen af en toe bedrijven met trilgevoelige apparatuur, bijvoorbeeld een bedrijf dat medische centrifuges maakt, het seismologisch instituut.
In Zwitserland moeten cruciale gebouwen, zoals scholen en ziekenhuizen, wel zo worden gebouwd dat zij tegen een aardbeving kunnen. Dat heeft volgens Haak te maken met de zware aardbeving in Bazel in 1350.
Nederlanders die de aardbeving in Limburg meemaakten, hebben massaal gereageerd op de publieksenquête van het KNMI. Dinsdag rond het middaguur hadden al ruim 1500 mensen de vragen ingevuld, aldus een woordvoerster. De vragen op de KNMI-site gaan onder meer over de schade, waargenomen geluiden, reacties van huisdieren en bouwjaar en bouwgrond van het huis. De enquête blijft nog ongeveer een halfjaar op de website staan.