„De Schrift is niet in eerste instantie móói”
“Schoonheid van Theologie” was vanmiddag in Utrecht het thema waar in het Academiegebouw van de Faculteit Godgeleerdheid het boek “Vier eeuwen theologie in Utrecht” werd gepresenteerd. Prof. dr. A. de Reuver beet de spits af met een korte voordracht over “Schoonheid van spiritualiteit”.
„Theologie is voor mij niet een neutrale wetenschap, in objectieve distantie bedreven, maar een wetenschap waarbij mijn subjectieve geloofsbetrokkenheid de drijvende kracht is", zei hij allereerst. De kwalificatie “mooi” voor theologiebeoefening hield de hoogleraar nog even achter de hand. „De Schrift bevat weerbarstige teksten uit een ver en ons vreemd verleden, waarin het tussen God en de mens spanningsvol toegaat; verhalen waarin de geheel eigen stijl van de Eeuwige botst met onze kleinmenselijke moraal. En wat de doorslag geeft: een Man aan het kruis. Nee, de Schriften zijn niet in de eerste plaats mooi."
Bovendien beschikt een theoloog niet over zichzelf, maar staat hij ter beschikking van een Ander, hield dr. De Reuver zijn gehoor voor. „Deze factoren maken me terughoudend bij de vraag of theologie schoon is. Niet omdat het predikaat geen waarheid bevat, maar omdat het de nuancering van het gebrokene mist. Theologie sluit niet aan bij wat ik van huis uit aantrekkelijk en aannemelijk vind."
Humanistenlatijn
Dr. De Reuver zei vervolgens dat niemand hem ervan moest verdenken dat hij de theologiebeoefening maar een vreugdeloos bedrijf zou vinden. „Ook naar mijn opinie is theologie schoon. Er gaat een specifieke bekoring uit van Thomas’ ritmische Latijn, van Luthers beeldrijke Duits en van het elegante humanistenlatijn van Calvijn."
Het tweede aspect is dat ik me deelgenoot voel van een katholiciteit die de eeuwen omspant en grenzen overschrijdt. Lang voor ons hebben illustere theologen in hun eigen context en taal de Schriften gehoord en vertolkt. Mij persoonlijk raakt vooral de dimensie van de vroomheidsvertolking.
Alle theologische kennis vindt toch haar onvervangbaar concentratiepunt in een persoonlijke omgangskennis van God en de ziel", zie hij ten slotte. „God laat zich ervaren in een intimiteit onder vier ogen." Met Luther en Pascal is dr. De Reuver ervan overtuigd dat het hart het centrum is waarin Gods openbaring resoneert. De hoogleraar noemt ook Calvijn die schrijft dat het Woord van de Geest ervaringskennis van Gods genade verwekt, een kennis die de harten „laat ontvlammen in liefde tot Christus." Dit genre van de theologie is ook vandaag veelbelovend, omdat het een heilzame uitweg biedt uit het slop van het modernisme en uit de doolhof van een oeverloos postmodernisme."
Het boek “Vier eeuwen theologie in Utrecht” biedt een overzicht van de ontwikkelingen in de faculteit door de eeuwen heen. Het werd vanmiddag gepresenteerd door een van de redacteuren, prof. dr. O.J. de Jong.