Minister wil hoger salaris leerkracht
DEN HAAG - Minister Van der Hoeven van Onderwijs vindt dat de salarissen van leraren de komende jaren omhoog moeten.
Als de economie aantrekt en lonen van werknemers in de marktsector stijgen, mag het onderwijs niet achterblijven, zo schrijft de bewindsvrouw op haar weblog van deze week. Afgelopen maandag heeft ze, tijdens een ontmoeting met studenten in Tilburg, haar visie voor het eerst naar buiten gebracht. De salarisverhoging is volgens de bewindsvrouw een opdracht voor het nieuwe kabinet.PvdA-Kamerlid Hamer vindt de opmerkingen van Van der Hoeven „erg goedkoop”, zo net voor de verkiezingen. De minister heeft volgens de sociaaldemocrate in de afgelopen jaren alle gelegenheid gehad om zelf maatregelen te nemen. CDA-Kamerlid De Vries en voorzitter M. Barth van de Onderwijsbond CNV zijn wel te spreken over de uitlatingen van de minister.
De minister maakte haar standpunt openbaar op dezelfde dag dat de Onderwijsraad in een advies ook pleitte voor hogere lerarensalarissen. De raad wil de lonen verhogen om de aantrekkelijkheid van het vak te vergroten.
De Onderwijsraad, het hoogste adviesorgaan op het terrein van onderwijs, adviseert de Tweede Kamer dringend om de tekorten nu aan te pakken en niet te wachten tot de problemen echt nijpend worden. Het uitzicht op een goed salaris en aantrekkelijke carrièreperspectieven kan jongeren doen besluiten te kiezen voor het beroep van leraar.
De Tweede Kamer doet er goed aan een parlementair onderzoek in te stellen naar de positie van de leraar, zo adviseert de raad verder. Daarmee laat de politiek zien dat ze belang hecht aan voldoende onderwijsgevenden. Ook kan de Kamer bijsturen als bepaalde projecten niet van de grond komen omdat niemand zich daarvoor verantwoordelijk voelt. Als voorbeeld noemt de Onderwijsraad het nascholingsregister van leraren.
Verder kan de Kamer dan alert reageren als steeds meer onderwijstaken worden overgenomen door onderwijsassistenten en het onderwijs „ontacademiseert.”
De politiek en het onderwijsveld reageren in grote lijnen positief op het advies van de raad om de salarissen van onderwijsgevenden te verhogen en de carrièreperspectieven te verbeteren. Voor een parlementair onderzoek naar de positie van leraren bestaat geen draagvlak.