Laagopgeleide begint vaker in baan onder niveau
MAASTRICHT (ANP) – Laagopgeleiden beginnen na het behalen van hun diploma steeds vaker in een baan die onder hun niveau ligt. Dat blijkt uit een onderzoek van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht.
Van de mensen die in het schooljaar 2003–2004 een mbo–diploma beroepsopleidende leerweg (BOL) niveau 1 behaalde, vond slechts 29 procent een goede aansluiting tussen werk en opleiding. Bij de groep die een jaar eerder van school ging, was dat nog 44 procent. Bij een niveau hoger, BOL niveau 2, daalde dit percentage van 64 procent naar 53 procent.Ook mensen met alleen havo of vwo beginnen steeds vaker in een baan onder hun niveau. Van de schoolverlaters uit de periode 2003–2004 vindt 49 procent een goede aansluiting tussen werk en opleiding. Onder mensen die in het schooljaar 2002–2003 een havo– of vwo–diploma behaalde, was dat nog 58 procent.
Het ROA concludeert dat in tijden van een hoge werkloosheid „werkgevers de kans hebben kieskeuriger te zijn, zodat gediplomeerde schoolverlaters met een ’officieel’ net voldoende startkwalificatie het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt". Naast laagopgeleiden hebben ook mensen zonder diploma daar relatief veel last van, aldus de onderzoekers.
Uit het onderzoek blijkt niet alleen dat mensen met BOL niveau 1, havo of vwo vaak onder hun niveau werken. Zij zijn ook vaak werkloos. Anderhalf jaar na het verlaten van de opleiding zit 30 procent van de mensen met BOL niveau 1 zonder baan. Onder degenen met een havo– of vwo–diploma is dat 19 procent, tegen een gemiddelde van 8 procent onder alle schoolverlaters die zich aanbieden op de arbeidsmarkt.
De werkloosheid onder schoolverlaters van het vmbo ligt tussen deze twee getallen in, namelijk 12 procent. Wel is dit percentage van 2003 naar 2004 sterk gestegen. De werkloosheid is met respectievelijk 4 procent en 5 procent het laagst voor afgestudeerden aan een universiteit of hbo.
De Tweede Kamerfractie van de PvdA wil van het kabinet weten welke maatregelen het wil gaan nemen om de kansen op werk voor (laagopgeleide) schoolverlaters te verbeteren. Ook willen de Kamerleden weten in welke sectoren de situatie het meest verslechterd is.