Droge voeten dankzij de caravanport
ZEEWOLDE - De kampeermarkt is een nieuw product rijker. Jan Witte in Zeewolde presenteerde woensdag zijn caravanport. Het geheel bestaat uit een overkapping, een huisje en een terras.
Tientallen ondernemers uit de recreatiesector zijn naar recreatiepark RCN in Zeewolde afgereisd om de onthulling van de noviteit bij te wonen. Het is niet alleen nieuwsgierigheid die hen drijft. De sector staat onder druk. Sinds enkele jaren loopt het aantal overnachtingen op kampeerterreinen terug. Innovatie is daarom broodnodig.Aan Jan Witte zal het niet liggen. Hij is bedenker van de caravanport. Het nieuwe kampeermiddel meet 7 bij 6 meter. Het geheel doet denken aan een carport, die gecompleteerd is met een houten vlonder en een kunststof huisje van 3 bij 2 meter. Vlonder en huisje zijn onder de ene helft van het dak gesitueerd. De caravan kan onder de andere helft van de overkapping gereden worden. „De caravanport combineert de luxe van een chalet met de vrijheid van een toercaravan”, stelt de ontwerper.
Hij strooit kwistig met pluspunten. „Weersinvloeden hebben minder vat op de kampeerder. Dankzij het geïsoleerde dak is het ’s zomers koel en in regenperiodes droog. De overkapping voorkomt eventuele hagelschade. Met het verhoogde terras zijn natte voeten en wateroverlast verleden tijd.”
De indeling van het huisje is afhankelijk van de wensen van de klant. Witte: „Het kan fungeren als extra bergruimte, als keuken en als bad- of extra slaapkamer. Een combinatie is natuurlijk mogelijk.”
Witte loopt al veertig jaar mee in de recreatiesector. „Uit gesprekken met campinggasten blijkt dat velen behoefte hebben aan een vast rustpunt, een soort vluchtoord. Tegelijkertijd wenst deze groep -zowel senioren, als gezinnen met kinderen- een zekere mate van flexibiliteit. Luxe en comfort komen steeds hoger op het verlanglijstje te staan. Mensen willen daar best veel geld voor uitgeven.”
De caravanport sluit in Wittes optiek naadloos bij deze behoeften aan. „Senioren gaan bijvoorbeeld steeds meer opzien tegen het opbouwen en afbreken van een voortent. Dat gedoe is dankzij mijn kampeermiddel verleden tijd. Je parkeert de caravan onder de overkapping, zet de stoelen op het terras en je bent klaar. Kampeerders vragen de campinghouder nogal eens of ze hun caravan op zijn terrein kunnen laten staan. De caravanport biedt een alternatief voor de winterstalling. Dit nieuwe product verschaft de bezitter of huurder een eigen plekje, terwijl hij ook de caravan kan aanhaken om een paar weken in het buitenland te bivakkeren.”
Is een kampeerder uitgekeken op een camping, dan kan hij zijn caravanport naar een andere stek verplaatsen. Die verhuizing heeft wel wat voeten in de aarde. „We klappen de ene helft van het dak met bijbehorende palen in en houden een unit van 7 bij 3 meter over”, weet Witte. „Die klus is in een halfuur geklaard. Voor een paar honderd euro aan transportkosten met een dieplader kun je weer lange tijd van een andere plek in het land genieten.”
De consument of ondernemer moet zo’n 20.000 euro voor de caravanport op tafel leggen. „Een fiks bedrag, maar aanvaardbaar als je ziet wat er in het algemeen aan kampeermiddelen wordt uitgegeven. Het zal ook geen massaproduct worden. We richten ons op mensen die niets voelen voor de aanschaf van een stacaravan of een chalet. Op de verwende kampeerder, die van gemak houdt.”
Likon, producent van mobiele recreatiebungalows, tekent voor de bouw van de caravanport. Tjerk Ploeger, algemeen directeur van Likon, denkt jaarlijks zo’n 100 tot 200 caravanports te verkopen. „De verhouding tussen consument en ondernemer is fiftyfifty, verwacht ik. De caravanport speelt namelijk niet alleen de consument, maar ook de ondernemer in de kaart. De caravanport biedt hem de mogelijkheid het bestaande aanbod uit te breiden en klanten langer aan zich te binden.”