Buitenland

Zelfs modelgrensovergang met Afghanistan is poreus

CHAMAN (ANP) - Pakistan en Afghanistan spraken vorige week af in de strijd tegen fundamentalistische moslimstrijders langs de lange en onherbergzame grens gezamenlijke grenspatrouilles te houden. Maar bij de belangrijkste officiële overgang tussen Pakistan en het gewelddadige zuidoosten van Afghanistan blijkt iedereen voor een paar cent ongemoeid de grens te kunnen passeren.

30 August 2006 12:54Gewijzigd op 14 November 2020 04:03

De bewaking bij de Pakistaanse grenspost Chaman, op de route naar het gewelddadige Kandahar, zou model moeten staan voor de goede wil van het islamitische land om de opstand van de Taliban te beheersen. Maar een Pakistaanse handelaar, Abdul Razzak, is een van de velen die zonder ook maar een paspoort of ander identificatiedocument te bezitten de grens oversteekt.Voor slechts 10 Pakistaanse rupees smeergeld (12 eurocent of minder dan de prijs van een kopje thee) passeert hij elke dag moeiteloos de grenspost richting het gewelddadige Kandahar. „Ik onderhandel over de prijs, iedereen doet het hier”, vertelde hij tegen een verslaggever van de Amerikaanse krant The Christian Science Monitor, terwijl drommen mensen zonder noemenswaardige controle de douaniers passeerden.

Afghanistan en Pakistan, dat ooit openlijk de Taliban steunde, zijn al maanden in een woordenstrijd verwikkeld over hun grensbewaking. Beide regeringen beschuldigen elkaar ervan te weinig te doen tegen de opstandelingen die aan beide kanten van de grens zijn geworteld in de lokale Pathaanse stammen. De gezamenlijke patrouilles langs de bijna 2500 kilometer lange grens leken dan ook een diplomatieke doorbraak. De inspanningen in het ruige grensgebied lijken echter van weinig nut als iedereen de officiële grensposten al moeiteloos kan passeren.

De open grens tussen beide landen is sinds de verdrijving van het Taliban-bewind eind 2001 de schrik van Westerse landen die militairen hebben gelegerd in Afghanistan. In een gezamenlijke persconferentie met de Afghaanse president Hamid Karzai riep premier Jan Peter Balkenende zaterdag nog op tot meer internationale samenwerking om de grens te bewaken. Hij legde een direct verband tussen de situatie in de provincie Uruzgan, waar meer dan duizend Nederlandse militairen proberen de rust te herstellen, en het feit dat vijandelijke strijders vrij gemakkelijk vanuit Pakistan het land binnen kunnen komen.

Een lokale islamitische geestelijke in Chaman vertelde het Amerikaanse dagblad hoe onlangs weer twaalf jonge mannen voor de strijd tegen westerse troepen de grens over hadden gestoken. Hij ontmoette ze de avond voordat ze met afgeschoren baarden de douaniers passeerden. „Het is niet de Pakistaanse regering die mensen stuurt”, aldus het hoofd van een plaatselijke moskee. Zij gaan uit zichzelf, het is de verantwoordelijkheid van moslims om te vechten”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer