„Oorlog tegen terreur leidt tot verdwijningen”
LONDEN (AP) - De internationale oorlog tegen terreur leidt tot nieuwe patronen van raadselachtige verdwijningen in Zuid-Azië. Dat zegt Amnesty International in een woensdag uitgebracht rapport.
In Pakistan zijn in het kader van de oorlog tegen terreur enkele honderden mensen verdwenen. Sommigen bleken later in het Amerikaanse detentiekamp voor terreurverdachten in Guantanamo in Cuba te zitten, anderen bleven zoek. In zeker één geval dook het lichaam op van iemand die zes maanden eerder was verdwenen, aldus het rapport. Amnesty zegt zich zorgen te maken dat de autoriteiten in Pakistan behalve veronderstelde terroristen nu ook andere categorieën tegenstanders lijken aan te pakken, zoals nationalisten in Baluchistan en Sindh. „Wij denken dat het feit dat er weinig ophef is gemaakt over de arrestaties in de oorlog tegen terreur, het voor de Pakistaanse autoriteiten gemakkelijker maakt om ook anderen op te pakken”, aldus Amnestyonderzoeker Anjelika Pathak.Ook in Sri Lanka worden steeds vaker tegenstanders van de regering opgepakt, nu veiligheidsdiensten daartoe ruimere bevoegdheden hebben gekregen op grond van uitzonderingsbepalingen die een jaar geleden als onderdeel van de oorlog tegen terreur van kracht werden. De Mensenrechtencommissie van Sri Lanka heeft in het afgelopen jaar 62 verdwijningen in het noorden van het land gedocumenteerd. Zij onderzoekt nog de status van 183 andere personen die onder onbekende omstandigheden zijn verdwenen. Amnesty noemt als voorbeeld de zaak van acht Tamilmannen, die in mei een hindoetempel zouden helpen versieren voor een religieus feest, maar van wie sindsdien niets meer is vernomen.
In Nepal zei een regeringscommissie in juli onderzoek te doen naar meer dan 600 verdwijningen. Nepalese activisten zeggen dat er meer dan 1000 personen worden vermist.
In de omstreden Indiase deelstaat Jammu en Kashmir zijn sinds 1989 tussen de 8000 en 10.000 mensen verdwenen, aldus Amnesty.