Dirbala is wegens terrorisme tot levenslang veroordeeld in Egypte. De Gamaa al-Islamiya was een terreurgroep die net als de Egyptische Islamitische Jihad de wereldlijk ingestelde regering van het land omver wilde werpen door onder meer bomaanslagen te plegen. De Gamaa al-Islamiya is vrijwel geheel opgerold door de Egyptische veiligheidsdiensten en heeft volgens leden inmiddels geweld helemaal afgezworen.Dirbala stelt uit naam van de groep te spreken. Hij laakt in zijn boek de stelling dat het doden van burgers geoorloofd is, zoals extremisten eind jaren negentig zeiden. Dat is in strijd met de islam en bovendien is het islamitische geloof daarmee in de beklaagdenbank gekomen, aldus Dirbala.

De leden van de Islamitische Jihad vluchtten uit Egypt en vestigden zich na omzwervingen begin 1998 in Afghanistan. Daar teerde de groep op geld van de Saoediër Osama bin Laden. Volgens sommige waarnemers domineerden de Egyptenaren er het netwerk van Osama bin Laden, al-Qaida.

De Egyptische Jihad-leider Ayman al-Zawahiri bestempelde in die tijd de Verenigde Staten als voornaamste vijand en doelwit. Daarmee verdween de oorspronkelijke doelstelling om de eigen ’goddeloze’ Arabische regeringen ten val te brengen, naar de achtergrond. Amerikaanse burgers waren een geoorloofd doelwit volgens de voormannen van al-Qaida.

Dirbala bekritiseert extremistische groepen die zelfmoordaanslagen plegen. Daarbij wordt de pleger tot martelaar uitgeroepen. Maar de Islam kent deze redenering niet, volgens Dirbala. Wie sneuvelt in de strijd wordt alleen martelaar wanneer hij een legitieme aanval uitvoert en door de hand van de vijand het leven laat, niet door eigen toedoen. Er moet oorlog zijn en er mag geen alternatief bestaan voor het geweld. Het doel van de noodzakelijke aanslag of aanval moet opwegen tegen de negatieve gevolgen ervan en onschuldige burgers mogen in beginsel niet het slachtoffer worden, zo meent Dirbala nu.