Laurustopman Bruijniks stapt op
DEN BOSCH - Laurustopman Bruijniks heeft per direct zijn functie neergelegd. De bestuursvoorzitter heeft een conflict met de raad van commissarissen over de toekomst voor Super de Boer, de enige supermarktformule die het concern nog heeft.
Laurus meldde dinsdag dat het vertrek van Bruijniks geen verband houdt met de financiële positie van de onderneming. Als voorlopige opvolger is Tonn van de Laar aangewezen. Hij moet „zo spoedig mogelijk” een strategisch plan voor Super de Boer voltooien.Bruijniks was sinds eind augustus 2002 de baas van Laurus. Daarvoor was hij werkzaam voor concurrent Ahold.
De afgelopen jaren heeft de topman flink moeten saneren bij Laurus. Het supermarktconcern was in grote problemen gekomen door de mislukte ombouwoperatie van zijn supermarkten tot Konmars en door de prijzenslag die Albert Heijn in het najaar van 2003 begon. Eerder dit jaar gingen de supermarktformules Konmar en Edah de deur uit. Dit gebeurde onder druk van de banken van Laurus, die eisten dat het concern schulden zou aflossen.
Laurus wil het conflict tussen Bruijniks en de raad van commissarissen niet toelichten. Volgens supermarktkenner Gerard Rutte was er een conflict tussen Bruijniks en zijn financieel directeur Kenaad Tewarie over de toekomst van de onderneming. Tewarie zou zo veel mogelijk geld willen binnenhalen uit de verkoop van winkels. Bruijniks zou de toekomst en de strategie van de winkelformule Super De Boer centraal willen stellen. Bruijniks zou de nieuwe baas worden bij Super de Boer. „Tewarie vond het huidige management te zwak en wilde versterking”, aldus Rutte. De supermarktkenner vindt het triest dat de onderneming nu weer stuurloos raakt. „Dit is niet goed voor een onderneming die bezig is om het hoofd boven water te houden.”
Woordvoerder Chr. Baggerman van vakorganisatie RMU is geschokt. „Het vertrek had op geen slechter moment kunnen plaatshebben. Ik heb de indruk dat dit besluit onder druk van de raad van commissarissen is genomen. Die mannen moeten zich realiseren dat hiermee de werkgelegenheid van 22.000 medewerkers op het spel komt te staan.”