Rellen in Pakistan na dood prominente Baluchileider
QUETTA (AP) - De gewelddadige dood van de belangrijkste leider van de Pakistaanse provincie Baluchistan, de 79-jarige Nawab Akbar Bugti, heeft in de aan Iran en Afghanistan grenzende provincie tot grote onrust en rellen geleid.
Bugti kwam zaterdag om het leven bij een aanval van Pakistaanse troepen en helikopters op zijn schuilplaats in een grot in de bergen van Kohlu, ongeveer 220 kilometer ten oosten van de provinciehoofdstad Quetta. De grot stortte vermoedelijk na een bombardement in en Bugti vond samen met ten minste 24 medestrijders de dood.Woedende menigten in Quetta en andere steden in Baluchistan staken winkels, bussen, banken en politievoertuigen in brand. Zeker negen politieagenten liepen verwondingen op. De politie pakte ten minste 450 onruststokers op die een uitgaansverbod hadden genegeerd.
In de stad Kalat, 250 kilometer ten zuiden van Quetta, werd een bomaanslag gepleegd op een overheidsgebouw en werd een telefooncentrale in brand gestoken. Er vielen geen slachtoffers.
De ongeregeldheden sloegen over naar de aangrenzende provincie Sindh. In Karachi werden autobanden in brand gestoken.
Minister van Informatie Tariq Azeem Khan ontkende dat het leger verantwoordelijk is voor de dood van Bugti. Hij zei dat de grot was ingestort door explosies die waren veroorzaakt door landmijnen die door aanhangers van Bugti waren gelegd. Khan zei ook dat het leger niet wist dat Bugti zich in de grot bevond.
Aanzien
Bugti genoot groot aanzien in Baluchistan en ver daarbuiten. Hij was in de jaren ’40 van de vorige eeuw een van de regionale leiders die aan de wieg stonden van het onafhankelijke Pakistan en bekleedde in de jaren ’50 ministersposten. Later was hij gouverneur van Baluchistan. Zijn onafhankelijke koers en zijn strijd voor de rechten van het volk van Baluchistan vervreemdden hem evenwel van het bewind in Islamabad.
Voormalig premier Nawaz Sharif sprak voor de Pakistaanse televisie over „het donkerste hoofdstuk in de Pakistaanse geschiedenis.” Politieke commentatoren zeiden te vrezen dat het legeroptreden de kloof tussen de Pakistaanse bevolking en het leger onder leiding van president generaal Pervez Musharraf zal vergroten.
In het verarmde Baluchistan is al decennialang een beweging voor meer autonomie actief, die af en toe van zich laat horen door aanslagen op gas- en olieleidingen, politiebureaus en dergelijke. De secretaris-generaal van Musharrafs Moslim Liga, Mushadid Hussein Sayed, riep naar aanleiding van de onrust op tot een politieke oplossing voor de aloude problemen in de provincie.
Sabotage
Bugti dook eind 2005 onder na een mislukte moordaanslag op het leven van Musharraf. De regering beschuldigde hem van sabotageaanvallen op overheidsinstellingen, raffinaderijen, het elektriciteitsnet en spoorrails.
Bugti’s schoonzoon Shahid Bugti, een senator, veroordeelde de moord en eiste overdracht van het lichaam van Bugti aan de familie. Khan zei dat het leger er nog niet in was geslaagd het lichaam te bergen.