Zeearend dé trekker van het Vogelfestival
LELYSTAD - „Daar vliegt-ie!” De aanwezigen reageren aangenaam verrast als een vogelaar een grote zwarte stip boven de bosrand ontdekt. Door de verrekijker is een majestueus klapwiekende vogel te zien: de zeearend. Deze vogel is dé grote trekker voor het Vogelfestival, dat zaterag en zondag bij de Oostvaardersplassen wordt gehouden.
De bolderkarexcursie is voorlopig volgeboekt. Wie met de lange open wagen, getrokken door een tractor, mee wil, moet een paar weken geduld hebben. Vanuit de hoge zitplaats is het ideaal om rustig van de voorbijtrekkende natuur te genieten, zonder nat te worden. De verzamelde pers had donderdag echter alleen maar oog voor roofvogels. Boswachter F. de Roder voorspelde dat we toch zeker wel vier soorten in het natuurgebied zouden zien.De voorspelling komt uit. Direct al na het vertrek vanuit het bezoekerscentrum dient de eerste buizerd zich aan. Kalm zit hij op een bovenleidingspaal van het spoor tussen Lelystad en Almere, dat dwars door het natuurgebied loopt. De trein is gevaarlijk voor alle soorten vogels, dus ook voor de zo bejubelde zeearend. Vorig jaar botste een zeldzame monniksgier met een spanwijdte van 3 meter tegen een trein van de Flevolijn.
Met de buizerd gaat het goed in Nederland. Het is nu de meest voorkomende roofvogel in ons land. Enkele jaren geleden was dat nog de torenvalk, maar die vogel heeft het juist slecht omdat er steeds minder veldmuizen zijn.
De eerste tekenen dat er een zeearend in de buurt is, zijn de vele opvliegende watervogels. Ganzen en eenden gaan massaal op de wieken voor deze geduchte rover. De drie zeearenden bij de Oostvaardersplassen hebben zich de afgelopen weken vooral gevoed met jonge ganzen. Maar de vogels nemen ook genoegen met meerkoeten, spreeuwen, hazen of zelfs vossen en reeën.
Eerst laten de twee ouders zich zien. Met een spanwijdte van 2,5 meter zie je de vogels niet snel over het hoofd, zelfs als ze ver weg zijn. Niet voor niets wordt de vogel ook wel de ”vliegende deur” genoemd. De witte staart is duidelijk te zien. Een van de vogels vliegt naar links, naar het jong dat in een weiland op de grond zit. De jonge zeearend is veel donkerder dan zijn ouders, bijna tegen het zwarte aan.
Terwijl iedereen ingespannen naar de arenden staat te kijken, vliegt er links nog een andere roofvogel voorbij: een jonge bruine kiekendief. Deze schuwe roofvogel houdt van de moerasachtige gebieden en aangezien die steeds meer aangelegd worden, groeit de stand van de bruine kiekendief langzaam. Met zijn neef, de blauwe kiekendief, gaat het echter „dramatisch slecht”, volgens boswachter De Roder. Van de vogel zijn nog maar vijftien tot twintig broedparen over.
Op de terugweg ontdekken we nog een havik. Het aantal haviken neemt langzaam toe. Op de vogel wordt in Nederland steeds meer gejaagd, omdat hij bijvoorbeeld kippen doodt. Datzelfde geldt voor de buizerd, die ook door weidevogelbeschermers wordt vervolgd omdat hij beschermde vogels zoals de grutto niet met rust laat.
In het donderdag gepresenteerde plan ”Roofvogels in Nederland. Een land waar roofvogels willen wonen” doen vier organisaties aanbevelingen om deze vervolging een halt toe te roepen. Zo moet er beter toezicht worden gehouden op de nesten van roofvogels, omdat die vaak leeggehaald worden. Voorlichting en educatie moeten fabeltjes uit de lucht halen, zoals het verhaal dat roofvogels kleinere vogelsoorten zouden uitroeien.
Het plan is geschreven door Staatsbosbeheer, Vogelbescherming Nederland, de werkgroep Roofvogels Nederland en SOVON Vogelonderzoek Nederland. De organisatie vinden dat het redelijk goed gaat met de roofvogels in Nederland, maar dat daar snel een kentering in kan komen. Om dat te voorkomen moeten hun leefgebieden worden verbeterd. Ruigere begroeiing levert meer veldmuizen op en dus ook meer muisetende roofvogels. Door natuurgebieden met elkaar te verbinden en te vergroten, worden ze aantrekkelijker voor roofvogels die veel prooien nodig hebben.
De aanwezigheid van roofvogels zien de vogelliefhebbers als een kwaliteitskeurmerk voor een gebied. „Het ecosysteem steekt goed in elkaar als aan de top van de voedselpiramide een roofvogel staat. En elk ecosysteem heeft zijn eigen topvogel. Het bos is van de havik, het rietland van de kiekendief en het heideveld van de boomvalk.”
Wie meer over de imposante roofvogels te weten wil komen, kan zaterdag naar het Vogelfestival bij de Oostvaardersplassen. Om 9.50 uur vertrekt de eerste excursie naar het gebied waar de zeearend rondzwerft. Niet per luxe bolderkar, maar gewoon te voet.