De Israëlische regering weersprak de beschuldiging van de mensenrechtenorganisatie dat opzettelijk burgerdoelen zijn bestookt in het buurland. Alle militaire operaties waren volgens Israël juist in overstemming met „internationale normen en het oorlogsrecht”.Amnesty hekelt in zijn rapportage vooral dat Israël infrastructuur, elektriciteitscentrales en opslagplaatsen voor brandstof heeft verwoest, omdat het zou gaan om militaire doelen. Amnesty noemt het niet geloofwaardig dat Israël ook stelt dat veel schade aan burgerdoelen „neveneffecten” waren van aanvallen op legitieme doelen.

Amnesty ziet een „patroon van buitenproportioneel en nietsontziend” geweld van Israël. Ze stelt dat alle verantwoordelijken berecht dienen te worden en dat alle burgerslachtoffers en/of hun nabestaanden gecompenseerd moeten worden.

„In tegenstelling tot Hezbollah heeft Israël juist geen onschuldige burgers opzettelijk bestookt”, zei een Israëlische regeringswoordvoerder woensdag tegen Israëlische media. Hij sprak van „zo chirurgisch mogelijke” operaties om de „militaire machinerie” van Hezbollah te bestoken.

De mensenrechtenorganisatie vindt dat de Verenigde Naties een grootschalig en onafhankelijk onderzoek moeten gelasten naar de handelwijze van het Israëlische leger.