Rekenfouten leiden tot onrust bij ex–ziekenfondsen
DEN HAAG (ANP) – Zorgverzekeraars met veel voormalige ziekenfondsverzekerden moeten de komende twee jaar waarschijnlijk 360 miljoen euro inleveren. Door reken– en inschattingsfouten van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) hebben zij dit jaar te veel geld gekregen uit de pot van de wettelijk verplichte inkomensafhankelijke bijdrage. Dat kan leiden tot hogere nominale zorgpremies. Dat zijn de premies die mensen rechtstreeks aan de verzekeraar betalen.
Het ministerie van Volksgezondheid bevestigt het verhaal, waar het Financieele Dagblad woensdag over schreef. Gemiddeld gaat het om ongeveer 30 euro per verzekerde. Op dit moment voert het ministerie druk overleg met de zorgverzekeraars over de begroting van 2007 en wordt bekeken hoe een stijging van de nominale zorgpremies beperkt kan worden. „Ze zullen hierdoor zeker niet 30 euro per jaar stijgen", zei een woordvoerster van minister Hans Hoogervorst.Het is het ministerie er veel aan gelegen de nominale zorgpremie, die mensen zelf rechtstreeks aan de verzekeraar betalen, niet te veel te laten stijgen. Hoogervorst heeft nog wel wat ruimte, maar hoeveel wil VWS niet zeggen. De minister moet ook nog een bedrag van ongeveer 60 euro per verzekerde per jaar corrigeren, omdat VWS zelf de wettelijk verplichte inkomensafhankelijke bijdrage dit jaar verkeerd had geschat. Nu kan het zijn dat daar toch meer in zit dan begroot, want de inkomens zijn gestegen. Maar de verwachting is dat Hoogervorst bij Zalm moet aankloppen.
Het CVZ spreekt niet van reken–, maar van inschattingsfouten. Die hebben ertoe geleid dat verzekeraars met veel voormalige particulier verzekerden te weinig geld hebben ontvangen. Maar toen dat bekend werd is volgens VWS direct 250 miljoen euro bijgeplust bij verzekeraars die te weinig hadden gekregen. De overige 110 miljoen heeft niet met fouten van CVZ te maken te maken, maar is het gevolg van nog niet definitief bekende kosten die altijd achteraf worden verrekend, stelt een woordvoerster.
De ongeveer tien zorgverzekeraars die te veel hebben gekregen, zitten er niet om te springen het geld in te leveren. Door de invoering van de nieuwe zorgwet en de concurrentieslag die daaruit voortkwam, zijn zij in 2006 met hun premie scherp op de prijs gaan zitten. Volgende week zitten de verzekeraars, VWS en het CVZ weer met elkaar aan tafel. „Ik ga ervan uit dat dit door VWS wordt opgelost", zei Ton van Houten, bestuursvoorzitter van Zorg en Zekerheid en bestuurslid van de Vereniging van Regionale Verzekeraars. „Wij zijn voor het berekenen van de premie volledig afhankelijk van het CVZ. Als daar fouten worden gemaakt, kunnen we niet halverwege het jaar de premies aanpassen".
Het CVZ raamt jaarlijks de zorgkosten en berekent hoeveel dat per verzekeraar is. Van de ongeveer 20 miljard euro aan zorgkosten betaalt de individuele verzekerde de helft via zorgpremies rechtstreeks aan de verzekeraar. De andere helft wordt gefinancierd uit de inkomensafhankelijke bijdrage. Dat geld gaat naar het zogenoemde vereveningsfonds en wordt door het CVZ onder verzekeraars verdeeld op basis van gegevens over bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, regio, ziektes en medicijngebruik.