Subsidiestop duurzame energie
Sommige berichten vallen rauw op het je dak. Twee jaar geleden schafte minister Zalm, op een vrijdagmiddag om vijf uur, vlak voor Prinsjesdag, de pc-privéregeling voor werknemers af. Dat leverde een besparing van 280 miljoen euro op.
Op een soortgelijke achternamiddag besloot minister Wijn van Economische Zaken om de subsidie voor duurzame energie stop te zetten. Per direct, vanaf zeven minuten over vijf, vorige week vrijdagmiddag.De ingreep van vorige week zal een grotere besparing opleveren dan bij de pc-privéregeling. Vorig jaar is 532 miljoen euro subsidie verstrekt voor groene stroom, op basis van de stimuleringsregeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP). De helft van dat bedrag ging naar biomassa-installaties die plantaardig of dierlijk materiaal omzetten in elektriciteit, warmte of gas. Daarnaast gaan ook grote bedragen naar warmtekrachtkoppeling en naar windenergie.
Intussen wordt langzaam duidelijk wat de gevolgen zijn van de subsidiestop. Een aanzienlijk aantal bedrijven heeft al grote investeringen gedaan voor nieuwe projecten. Voor de exploitatie daarvan zijn ze aangewezen op de MEP-subsidies, die voor een periode van tien jaar worden toegekend. De kosten gaan hier niet alleen voor de baat, maar ook voor de subsidie.
De manier waarop minister Wijn nu handelt, roept daarom vragen op. Zijn argument voor het stopzetten is dat de regeling aan haar eigen succes ten onder gaat. Sinds het verstrekken van de premie, drie jaar geleden, is het aandeel elektriciteit uit duurzame productie fors gestegen, van 3,3 procent in 2003 naar 6,4 in 2005. Dat bewijst al dat zo’n regeling werkt. Het streefpercentage van het kabinet is 9, te behalen in 2010. Omdat alles erop wijst dat die 9 procent toch wel behaald wordt, heeft verder subsidiëren geen zin.
Om te voorkomen dat er een run op subsidies komt, heeft de minister, net als bij de pc-privéregeling, voor een abrupte stop gekozen. Toch is er een groot verschil tussen het laten vervallen van de fiscale aftrekbaarheid van de kosten voor een computer, en het schrappen van subsidies voor projecten waarbij soms al meer dan 1 miljoen euro is geïnvesteerd. Dat behoort niet meer tot het normale ondernemersrisico. Deze slagvaardigheid heeft een averechts effect en roept een geur van onbetrouwbaarheid op. Als de minister -goed onderbouwd- een subsidieplafond of het geleidelijk afbouwen van de regeling had aangekondigd, had hij dat kunnen voorkomen.
Daar komt bij dat ook het argument van het behalen van de doelstelling van 9 procent niet erg sterk is. Minister Brinkhorst heeft vorig jaar mei al becijferd dat die doelstelling wel behaald zal worden. Toch heeft hij toen niet getornd aan de looptijd van de regeling, 31 december 2007.
De MEP-regeling is in het leven geroepen om aan het Kyotoprotocol te kunnen voldoen. Om tot de afgesproken vermindering van uitstoot van broeikasgassen te komen, is 9 procent duurzame energie minimaal. Dat klemt te meer omdat Nederland alle zeilen bij zal moeten zetten om de Kyotodoelstelling op andere terreinen te halen. Het abrupt stopzetten van de subsidie is daarom een verkeerd signaal.