Dit omdat bij aardbevingen van meer dan 4,5 op de schaal van Richter mogelijk een beroep op schadevergoeding kan worden gedaan. Dat is geregeld in de Wet tegemoetkoming schade bij rampen.

De provincie betwijfelt of op die wet een beroep kan worden gedaan, omdat er geen sprake is van een echte ramp. Om toch het zekere voor het onzekere te nemen wordt burgers aangeraden in ieder geval de nu opgelopen schade te melden bij de eigen gemeente, ongeacht of er straks aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Daarover beslist uiteindelijk het Rijk, aldus de provincie.

Volgens het KNMI deed de beving zich voor rond Alsdorf bij Aken op een diepte van zo’n 10 tot 15 kilometer. Het KNMI verwacht voorlopig geen verdere bevingen meer.

De brandweer in Zuid-Limburg is toe vier keer uitgerukt in Heerlen en Kerkrade, eenmaal voor een omlaaggevallen schoorsteen en enkele malen wegens scheuren in muren. Ook in Heerlen, Kerkrade, Landgraaf en Schinveld zijn tien meldingen van scheuren in muren binnengekomen, meldt een woordvoerder van de brandweer.

De schade in Duitsland bij Aken is veel groter. Daar zijn veel schoorstenen omlaaggekomen, scheuren in woningen ontstaan en auto’s beschadigd door omlaagvallende dakpannen.

Het KNMI heeft maandagmiddag een publieksenquête op zijn website (www.knmi.nl) geplaatst naar aanleiding van de aardbeving. Het instituut verzoekt mensen die de beving hebben meegemaakt een aantal vragen te beantwoorden. Doel is een beter inzicht te krijgen in de factoren die meespelen bij een aardbeving, aldus een woordvoerder.

Seismologen van het KNMI willen onder meer weten wat voor geluiden of bewegingen zijn gehoord, of ze anders waren dan bij een vorige beving, op wat voor een ondergrond het huis staat en uit welk bouwjaar het huis is. Ook de reactie van huisdieren is een van de punten.

Het KNMI gebruikt de vragenlijst al langer. In 1932 bijvoorbeeld bij een aardbeving in Uden. „Vroeger hadden we nog niet zo veel waarnemingsstations en probeerden we zo de gegevens te verzamelen”, aldus de woordvoerder.

Het instituut heeft tegenwoordig genoeg instrumenten om de bevingen te inventariseren. Ze kan na de aardbeving de gegevens in kaart brengen en weet de breuklijnen te lokaliseren, maar voorspellen is bijna onmogelijk. „We kunnen wel een kans van zoveel procent binnen een tijdsbestek van bijvoorbeeld vijftig jaar voorspellen”, zegt de wetenschapper. In Californië past men bijvoorbeeld in risicogebieden de bouwconstructie van huizen daarop aan.

Maar de seismologen zijn zeer geïnteresseerd naar factoren die afwijkingen kunnen veroorzaken en de aardbeving kunnen versterken. „Vaak heeft dat te maken met de soort ondergrond”, verklaart de woordvoerder.

Het KNMI hoopt zo veel mogelijk reacties te krijgen op zijn website www.knmi.nl. Bij de aardbeving in de buurt van Alkmaar in 1994 reageerden ongeveer 3000 getroffenen. Het Belgisch meteorologisch instituut KMI in Brussel hield maandag op haar website www.kmi.be een soortgelijke enquête.