Ja, ook u heeft hem doorstoken, beledigers van de Heere Jezus. Wat zal dat voor u een verschrikkelijk gezicht zijn. Met wat voor ogen zult u die Rechter zien, Die u zo verschrikkelijk vertoornd hebt. Hoe zal de brandende wereld van buiten, hoe zal uw wroegend geweten van binnen u benauwen.Daar zal men dan met alle geslachten van de aarde rouw bedrijven, maar het zal niet kunnen helpen. Kermen en schreien zullen daar uw wapenen zijn, maar tevergeefs. Hoe zullen de Belsazars sidderen, hoe zal de gedaante van hun aangezicht vervallen, hoe zullen de banden van hun lendenen los worden. Hoe zullen hun knieën tegen elkaar stoten wanneer het „Mene, mene, tekel, upharsin” -„U bent geteld, u bent gewogen en u bent te licht bevonden”- klinkt.

Het zijn geen woorden die dan aan de wand geschreven staan, maar zij zullen met donderende stem u in de oren klinken. Hoe zult u dan uw neus in het stof kunnen steken wanneer de laatste bazuin zal blazen?

Abraham Hellenbroek, predikant te Rotterdam (”Bijbelse Keurstoffen”, 1734)