Heinsbroek deed het dreigement van de FNV af als „een spel dat altijd gespeeld wordt in onderhandelingen.” „Het laatst dat we in deze moeilijke economische tijden kunnen gebruiken, zijn stakingen. We moeten eerst maar eens rond de tafel”, aldus Heinsbroek, die toevoegde dat hij „nooit” heeft geloofd in het Poldermodel; de overlegcultuur tussen overheid, bonden en werkgevers.

Ook De Geus stelt dat een botsing met de vakbonden „het laatste” is dat het kabinet kan gebruiken. „Ik kan me de zorgen van de bonden wel voorstellen. Daarom wil ik op korte termijn overleg.”

Heinsbroek herhaalde dat de beurs de barometer is van de economie. „Economie is vooral psychologie. Als we geloven dat het goed gaat, wordt er meer geld uitgegeven en als we dan ook nog harder gaan werken, zal het ook daadwerklijk beter gaan.”

De Geus is het niet met Heinsbroek eens dat de beurs het kloppend hart van de economie is. „Ik heb daar een iets andere kijk op. Het kloppend hart is daar waar mensen met elkaar werken.” De minister van Sociale Zaken deelt wel de mening dat mensen harder moeten werken. „En langer moeten doorwerken.”

Heinsbroek, ex-topman van platenbedrijf Arcade, ziet het als zijn „kracht” dat hij financieel onafhankelijk is. „Ik hoef niet te netwerken voor een leuk baantje na mijn ministerschap. Ik doe het voor de kiezers van de LPF en omdat ik het zelf leuk vind”, aldus de opvolger van VVD-minister Jorritsma. Heinsbroek gaf „na lange aarzelingen” zijn jawoord aan LPF-leider Herben en gaat er vanuit dat het kabinet de rit van vier jaar zal uitzitten. Ook De Geus verwacht dat. „Er is grote druk van buitenaf. Dat helpt om er een goed team van te maken.”

Ook de nieuwe LPF-minister van Volksgezondheid Bomhoff, die niet op de LPF stemde, is positief. „Het recht op zorg is opgenomen in het regeerakkoord. De onzin dat doktoren gaan golfen omdat er geen geld meer is voor operaties is nu voorbij. Dat is een enorme verbetering ten opzichte van de paarse kabinetten.” Bomhoff weerspreekt het verwijt dat er geen geld is om de wachtlijsten op te lossen. „Neemt u van mij: dat geld is er, als we de bureaucratie maar weten terug te dringen.”

Bomhoff vindt nu al dat hij het veel makkelijker krijgt dan zijn voorgangster Borst (D66). „De bureaucratie wordt minder en het tekort aan specialisten wordt opgelost. Dat mocht Borst nooit van de PvdA.”

Bomhoff zegt „dankbaar” te zijn dat hij de erfenis van Fortuyn mag uitvoeren. „Maar niet alles uit de erfenis krijgt weer een pronkplaats in de nieuwe kamer.”