Voorloper EU strijkt de vlag
Europa gaat tegenwoordig om meer dan kolen, staal en energievoorziening alleen. De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), de voorloper van de huidige Europese Unie, houdt daarom dinsdag officieel op te bestaan.
Voorzitter Prodi van de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, zal dinsdag in Brussel letterlijk de wit-blauw-zwarte EGKS-vlag strijken. Daarvoor komen de twaalf gouden Europese sterren op blauwe achtergrond in de plaats.
De ontmanteling van de EGKS, vijftig jaar na oprichting in 1952, was al vastgelegd in diverse Europese verdragen. De resterende fondsen van de oorspronkelijke grote steunpot voor de na de oorlog noodlijdende kolen- en staalindustrie gaan naar onderzoek op dit terrein.
In eerste instantie worden daarvoor alleen de renteopbrengsten van ongeveer 60 miljoen euro op een totaal fonds van 1,6 miljard euro gebruikt. Het merendeel van het geld is gebruikt voor onderzoek in de staalsector, die opnieuw noodlijdend is, nu als gevolg van overcapaciteit op de markt. De Europese industrie kan op die markt alleen overleven door hoogwaardig staal aan te bieden, tegenover goedkopere bulkachtige productie uit het Oostblok, de VS en Japan.
Zes landen ondertekenden op 18 april 1951 het EGKS-verdrag: Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Italië. Precies vijf jaar later kreeg dit voorzichtige economische project om Europa na de oorlog weer op gang te brengen een meer politiek vervolg in de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (nu Europese Unie) via het Verdrag van Rome.
„Een verenigd Europa zal niet van de ene dag op de andere ontstaan”, stelde de EGKS-grondlegger en Frans minister van Buitenlandse Zaken Robert Schuman profetisch in 1950, bij ontvouwing van zijn plannen. Ruim vijftig jaar later leeft zijn naam en erfenis voort, niet alleen middels een naar hem vernoemd plein in het hart van de Brusselse Europa-wijk. Ook blijft Europa nu een project van soms veel kleine en af en toe één grote stap.
Enkele jaren geleden oordeelden de Europese regeringsleiders echter dat de vanaf 1952 actieve EGKS zijn tijd heeft gehad. Kolen en staal zijn ook niet langer de enige drijvende krachten achter de Europese economie. De EGKS werd kort na oprichting van de EEG in 1956 ook overrompeld door deze meer politieke vorm van samenwerking.
Wel blijft de structuur van de EGKS, met de Hoge Autoriteit die haar bestuurde, nog steeds het model voor de Europese Unie. De Europese Commissie is gemodelleerd naar de Hoge Autoriteit. Ook de EGKS kende vergadering van ministers, een algemene vergadering, te vergelijken met een Europese top, en een eigen rechtsapparaat voor het beslechten van geschillen.
De ervaring van de EGKS gaat niet verloren. Het ambtelijke apparaat gaat op in de Europese Commissie en andere EU-instanties. Zeker met de voor de deur staande uitbreiding van de EU met landen uit Oost-Europa is de kennis over de sanering van de kolen- en staalsector van harte welkom. In Oost-Europa is de kolen- en staalindustrie nog niet echt gesaneerd. Het onderzoeksgeld kan daar ook nog goed van pas komen.