De belangrijkste toezeggingen werden gedaan door Italië, dat aanbood 3000 man bij te dragen, en het overwegend islamitische Bangladesh, dat zich bereid verklaarde 2000 manschappen te sturen.Frankrijk, dat waarschijnlijk de leiding krijgt over de VN-macht tijdens de eerste fase van de uitvoering van de vorige week aangenomen resolutie van de Veiligheidsraad, zegde 200 extra soldaten toe voor de betrokken regio. Die zullen zorgen voor de eerste aanvulling van de bestaande VN-missie daar. Die opereert onder de naam Unifil en bestaat nu uit 2000 militairen, onder wie 200 Fransen. Zij wordt geleid door een Franse generaal.

De toezegging van Frankrijk was voor veel diplomaten overigens teleurstellend. Zij hadden een bijdrage van 3500 soldaten uit dat land verwacht. President Chirac liet weten dat er later nog 1700 kunnen worden uitgezonden, maar die zullen niet onder direct Unifilcommando vallen. De VN hebben in totaal 13.000 militairen nodig om Unifil te versterken.

Ondersecretaris-generaal van de volkerenorganisatie Mark Malloch Brown zei dat de komende weken al zo’n 3500 soldaten nodig zijn om met het Libanese leger gebieden in Zuid-Libanon te beveiligen waaruit het Israëlische leger zich terugtrekt. Elk verder uitstel betekent volgens hem dat de kans op hervatting van de oorlog tussen Israël en Hezbollah toeneemt. Hij onderstreepte dat de VN-macht „een robuust, maar geen offensief mandaat” zal krijgen. De blauwhelmen moeten er eerst en vooral de vrede bewaren, terwijl er gesproken kan worden over een duurzaam akkoord tussen de strijdende partijen.

Duitsland heeft zich bereid verklaard de kust van Libanon te bewaken, maar wil niet deelnemen aan een vredesmacht. Berlijn bood de VN aan met marine-eenheden te patrouilleren en te controleren om te voorkomen dat er over zee wapens voor de radicaalislamitische Hezbollah worden aangevoerd. De deelname van Duitse militairen aan een internationale troepenmacht in Libanon ligt gevoelig in de Bondsrepubliek. Verscheidene parlementariërs, ook van de coalitiepartijen, vinden dat Duitsland ook zestig jaar na de Holocaust geen troepen kan leveren voor een missie waarbij fricties kunnen ontstaan met de Israëlische strijdkrachten.

Libanese troepen, tanks en pantservoertuigen zijn donderdagmiddag de rivier de Litani overgestoken om, conform de VN-plannen, in het momenteel door Israël bezette zuiden van Libanon strategische posities in te nemen. De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Tzipi Livni, herhaalde dat Israël zich pas volledig zal terugtrekken zodra het Libanese leger en de internationale troepenmacht op volle kracht in het gebied aanwezig zijn.