Eis: zes jaar en tbs in zaak Oudwoude
LEEUWARDEN - Tegen de 26-jarige R. K. uit het Friese Westergeest, die in januari een 13-jarig meisje uit Oudwoude van haar paard rukte en verkrachtte, is donderdag voor de rechtbank van Leeuwarden een gevangenisstraf van zes maanden en tbs met dwangverpleging geëist.
Ook vindt het openbaar ministerie dat de dader de schadeclaim moet vergoeden die de ouders van het meisje hebben ingediend. Die claim betreft onder meer 6000 euro immateriële schade.De officier van justitie acht de man naast de verkrachting in Oudwoude ook schuldig aan aanranding van een 4-jarig meisje uit Deventer in 2004 en poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving van een 11-jarig meisje uit Kollum in 2005. Het meisje uit Deventer dwong hij seksuele handelingen bij hem te verrichten. Zijn slachtoffer uit Kollum kon zich daarentegen tijdig losrukken en ontkomen.
Bij het misdrijf in Oudwoude maakte K. een serie foto’s van zijn slachtoffer, toen hij haar dwong zich uit te kleden in de vrieskou. Hij bedreigde haar met een mes, stopte een prop wc-papier in haar mond, verkrachtte haar en bond het meisje daarna „uit angst” vast. Hij beloofde haar niet te vermoorden.
Raadsman Boonstra acht de feiten die K. ten laste werden gelegd, bewezen. Hij vroeg de rechter niet te lang te wachten met de tbs, wat het geval zou zijn als K. eerst de lange gevangenisstraf moet uitzitten.
Volgens een rapport van het Pieter Baan Centrum, waar K. voor observatie is opgenomen geweest, kan de dader zich niet inleven in de situatie van anderen. Hij is „zwakbegaafd” en heeft een „persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken.”
K. is in het verleden al vijf keer veroordeeld, in 1996 voor een zedenmisdrijf waarvoor hij jeugd-tbs kreeg opgelegd. In een verklaring aan de politie in de zaak Oudwoude zei hij bang te zijn alleen op straat te lopen. K. vreest dat hij zichzelf niet in de hand kan houden. Tijdens de zitting noemde hij tbs „zijn enige redding.”
K. verbleef tijdens zijn jeugd in talloze tehuizen en inrichtingen. Hij zegt in het verleden seksueel misbruikt te zijn. Zijn daad in Oudwoude werd veroorzaakt door „woede om iets in het verleden”, verklaarde K. in de rechtszaal. De drugs die hij gebruikte hadden volgens hem daarbij een negatieve invloed. Hij zei „spijt” te hebben van zijn daden en realiseert zich dat hij de „nodige ellende” heeft bezorgd aan slachtoffers en ouders.
Uitspraak op 31 augustus.