De toegenomen productie van drugs is slecht nieuws voor de westerse mogendheden die betrokken zijn bij de wederopbouw van Afghanistan. Veel krijgsheren die betrokken zijn bij de productie van opium hebben zich tegen de buitenlandse militaire aanwezigheid gekeerd en hebben de krachten gebundeld met de gedeeltelijk gehergroepeerde taliban.Volgens schattingen van het UNODC wordt er in Afghanistan dit jaar 150.000 hectare papaver verbouwd, bijna 50 procent meer dan de 104.000 hectare van vorig jaar. Bijna 90 procent van alle opium en heroïne in de wereld komt uit Afghanistan.

De NAVO noemde de productie van papaver onlangs de grootste bedreiging voor de stabiliteit van het land. De NAVO is bezig met het uitbreiden van haar taken in Afghanistan en dreigt daarbij in conflict te komen met boeren die zich verzetten tegen de vernietiging van hun papaveroogst en milities die de productie van opium beveiligen. Vooral in gebieden waar de federale regering weinig te zeggen heeft en die onder controle staan van lokale krijgsheren bloeit de opiumhandel, aldus de NAVO. Lokale bestuurders strijken een groot deel van de winst op die met de verbouw van papaver gegenereerd wordt en financieren daar hun milities mee.

De Afghaanse papaver wordt veelal in het land zelf verwerkt tot opium, die het land uit wordt gesmokkeld. In het buitenland wordt uit de opium heroïne gemaakt, die naar Europa en de VS wordt gesmokkeld. De Verenigde Naties stellen dat de opiumteelt de belangrijkste motor voor economische groei is in Afghanistan, goed voor bijna 60 procent van het bruto binnenlands product. Bijna vijf jaar na de verdrijving van het talibanregime dreigt Afghanistan een „narcostaat” te worden, aldus een rapport van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken vorig jaar. Volgens de VS is het beleid om de Afghaanse opiumboeren ertoe over te halen andere gewassen te verbouwen, volkomen mislukt.