Nog veel vragen over samenstelling VN–macht
NEW YORK/BEIROET (ANP) – De Verenigde Naties zijn druk bezig een internationale troepenmacht samen te stellen voor een missie in Zuid–Libanon, maar vooralsnog is onduidelijk hoe de precieze samenstelling zal zijn. Verscheidene landen hebben gezegd een bijdrage te willen leveren, maar of de benodigde 13.000 manschappen snel beschikbaar zullen zijn, is nog de vraag. Ook de vraag wie het commando zal voeren, is formeel nog onbeantwoord.
De VN–troepenmacht vloeit voort uit een resolutie van de Veiligheidsraad die een staakt–het–vuren mogelijk maakte in de strijd tussen Israël en de Libanese Hezbollah. De plannen voorzien erin om de bestaande VN–missie van 2000 militairen in Libanon (Unifil) uit te breiden tot 15.000 manschappen.Eenzelfde aantal militairen zal Libanon naar het zuiden dirigeren. De eerste groep moet daar donderdag aankomen. De VN zouden al binnen tien tot vijftien dagen een eerste voorhoede van 3500 militairen naar Zuid–Libanon willen sturen. De in totaal 30.000 zwaar bewapende militairen moeten de Israëlische troepenmacht in Zuid–Libanon gaan vervangen. Het nieuwe contingent moet toezien op het staakt–het–vuren.
Unifil staat momenteel onder commando van een Franse generaal. De verwachting is dat hij aanblijft. De commandant liet dinsdag wel weten dat het nog een jaar kan duren, voordat het uitgebreide Unifil op de gewenste sterkte is. Parijs zou bereid zijn tot 5000 militairen te leveren, maar heeft wel geëist dat alle partijen zich aan het staakt–het–vuren committeren.
Italië (3000 militairen). Turkije (5000), Maleisië (1000) en Indonesië (1000) willen ook wel troepen sturen, maar formeel liggen er geen aanbiedingen op tafel, aldus VN–functionarissen. Onder meer Marokko, België, Duitsland, Pakistan en Spanje gelden ook al mogelijke contribuanten. Alle landen willen vooraf helderheid over het mandaat van de missie.
Nederland is bereid in geval van nood bij te dragen aan een internationale vredesmacht in Libanon. Op dit moment ziet het er echter naar uit dat er voldoende landen te vinden zijn die willen bijdragen aan een dergelijke vredesoperatie, aldus minister Bernard Bot van Buitenlandse Zaken vrijdag.