„Sri Lanka slaat internationaal een gek figuur”
COLOMBO - Schrijnend: je zult Tamil, moslim of Singalees zijn en net je nieuwe stulp hebben betrokken omdat het vorige door tsunamigolven was verzwolgen. Een onderdak dat je kon bouwen dankzij geld van de internationale gemeenschap dat na de vloedgolf van eind 2004 massaal binnenstroomde. Datzelfde huisje ben je deze week uitgerend uit angst voor oorlogsgeweld en je verblijft nu met je schamele spullen in een van die vele vluchtelingenkampen die Sri Lanka voor die tijd ook al kende.
Bovengenoemd voorbeeld vat in het kort het conflict samen dat daar met ongekende felheid is losgebarsten. Niet voor het eerst, want sinds 1983 zijn de Tamils en de Singalezen in Sri Lanka in een gevecht op leven en dood met elkaar verwikkeld.De Tamil Tijgers van LTTE (het Tamil Bevrijdingsfront) strijden voor een onafhankelijke Tamilstaat in het noorden en oosten. Hun tegenstrever is het gezag in Colombo en het officiële Sri Lankaanse regeringsleger. Beide partijen weten zich dankzij het illegale wereldwijde wapencircuit goed te bewapenen (de Tamil Tijgers naar verluidt met Israëlische gevechtshelikopters en trainingen, het Sri Lankaanse leger zou worden bevoorraad door Pakistan, vandaar deze week de aanslag op de Pakistaanse ambassadeur in Sri Lanka’s hoofdstad Colombo).
Kampen
In 2002 bereikten de strijdende partijen na lang touwtrekken een staakt-het-vuren en leek iedereen opgelucht adem te halen. Vervolgens sloeg de tsunami van eind 2004 hard toe in Sri Lanka, maar leek verbroederend te werken. De verschillende bevolkingsgroepen zetten hun schouders onder de wederopbouw.
Sinds begin dit jaar is het weer helemaal mis. Oude tegenstellingen laaiden opnieuw op en zetten de situatie op scherp. Het einde van het liedje is dat het bestand van 2002 officieel nog van kracht is (want geen van de partijen heeft er een einde aan gemaakt), terwijl de oorlog regelrecht de pan uit slaat.
Bernard Jaspers Faijer is heel bezorgd over de toestand in Sri Lanka. Hij is landendirecteur van ZOA Vluchtelingenzorg in Sri Lanka en stuurt pakweg 300 lokale hulpverleners aan plus nog eens tien buitenlandse. Door de strijd tussen het leger en Tamil Tijgers is het volgens hem steeds moeilijker de bevolking bij te staan. De gewelddadige dood van zeventien hulpverleners van de Franse organisatie Actie tegen Honger (ACF) die vorige week in de noordoostelijke stad Muttur om het leven werden gebracht, maakt Jaspers alleen maar ongeruster. Zelf bracht hij vorige week een bezoek aan de stad Trincomalee om poolshoogte te nemen in de vluchtelingenkampen. Wat hij zag? „Sri Lanka is twintig, dertig jaar teruggezet in de tijd.”
Dictatoriaal
Het is goed voor ogen te houden dat lang niet alle Tamils achter het bevrijdingsfront van de Tamil Tijgers staan, legt Bernard Jaspers Faijer uit. „Het is een dictatoriale club die de bevolking onder druk zet. De Tamil Tijgers dulden geen dissidentengeluiden en ruimen ook eigen tegenstanders uit de weg.”
In het noorden van Sri Lanka zijn de Tamils, net als de Basken en Catalanen in Spanje, de facto heer en meester. Ze beschikken daar over een eigen politie en innen zelf belasting. In het oostelijk deel roert zich een afsplitsing van het LTTE onder leiding van een zekere kolonel Karuna. Deze Tamilrebellen worden gedoogd door het Sri Lankaanse regeringsleger en houden zelfs kantoor in Colombo. „Al met al is de oorlog een ondoorzichtig schimmenspel waaraan vele belangengroepen deelnemen”, aldus Jaspers Faijer.
In het oosten rond Batticaloa en Trincomalee is de situatie uiterst verwarrend. Alle bevolkingsgroepen -moslims, Singalezen en Tamils- wonen hier door elkaar heen. Het vertrouwen in elkaar is door de nieuwe geweldsgolf tot een minimum gedaald. „Als ZOA een lokale Tamil inzet om naar een Singalees dorp of kamp te gaan, lukt dat niet meer - dan moeten we een Singalese partner inhuren.”
Kerken
Hoe kan het gebeuren dat er in een week tijd een VN-macht van 15.000 man voor Zuid-Libanon op de been moet komen, terwijl dat voor Sri Lanka op zijn minst zo legitiem zou zijn? Jaspers Faijer maakt zich wat dat betreft weinig illusies. „Sri Lanka is geen land waar belangen mee zijn gemoeid. Dat leidt ertoe dat er van buitenaf weinig druk wordt uitgeoefend op de strijdende partijen.
Zelfs de Sri Lankaanse Monitoring Mission (SLMM), bestaande uit Denemarken, Noorwegen, Finland, Zweden en IJsland, staat machteloos. Haar invloed is vrijwel nihil. De leden van deze missie moeten reizen naar gebieden met gevaar voor eigen leven om rapportjes te schrijven die niemand leest. Bovendien erkennen de Tamil Tijgers de Deense, de Finse en de Zweedse vredesmonitoren niet langer omdat ze behoren tot de Europese Unie. De EU heeft de LTTE namelijk op de lijst van terreurorganisaties gezet.”
Beeldvorming
De oorlog werpt een smet op de beeldvorming van Sri Lanka, ervaart Jaspers Faijer. „Ik heb tegen de minister van Wederopbouw gezegd dat Sri Lanka internationaal een gek figuur slaat. De internationale gemeenschap stopt miljoenen in de wederopbouw en door de oorlog wordt alles in één klap op losse schroeven gezet.”
Zelf blijft Jaspers Faijer volhouden, gedreven door idealisme en naastenliefde. Deze week gaat hij het binnenland in voor een vergadering met zijn staf, op een ’veilige’ plek. „We bekijken de zaak van uur tot uur. We doen wat we kunnen doen, meer kunnen we niet. Onze speelruimte wordt echter steeds kleiner. We richten ons nu nog slechts louter op noodhulp aan de slachtoffers van deze oorlog, die er per definitie niets aan kunnen doen.”
Zondag woonde de ZOA-directeur een dienst bij in de Dutch Reformed Church in Colombo, de gemeente waar hij met zijn gezin toe behoort. „De kerken vervullen een samenbindende rol. Juist zij bieden een podium om bruggen te slaan en te bouwen. Dat biedt perspectief voor de toekomst.”
„Sri Lanka bevindt zich op een dieptepunt”, verzucht Jaspers Faijer. „Anderzijds kun je er van allerlei onverwachte ontwikkelingen verwachten zodat de situatie er over een maand verrassend anders kan uitzien.”