Een Britse islamitische hulporganisatie stuurde in december ongeveer 5 miljoen pond (7,5 miljoen euro) naar Pakistan, aldus een van de zegslieden die nauw betrokken is bij het onderzoek. Dat wekte wantrouwen bij de Britse inlichtingendiensten en hielp de onderzoekers zo op het spoor van de vermeende daders. Zij zouden van plan zijn geweest om boven de Atlantische Oceaan met vloeistoffen een aantal verkeersvliegtuigen op te blazen.Uiteindelijk zou minder dan de helft van het geld zijn gebruikt voor hulpverlening aan de slachtoffers van de aardbeving van oktober die tienduizenden mensen het leven kostte. „De onschuldige Pakistaanse zielen in Groot-Brittannië die zo vrijgevig bijdroegen voor de slachtoffers van de aardbeving wisten niet dat hun geld in werkelijkheid zou worden gebruikt voor een van de grootste terroristische operaties”, aldus een van de bronnen.

De ingewijden noemen geen namen van organisaties, maar volgens het Britse dagblad The Times zijn rechercheurs in de geschiedenis van de hulporganisatie Crescent Relief gedoken. De vader van een van de 23 verdachten in de terreurzaak, de in Pakistan opgepakte Rashid Rauf, was oprichter van deze Londense instelling.

Ook gaan de inlichtingendiensten de bestemming na van het geld dat Pakistaanse Britten hebben gestuurd naar de organisatie Jamaat-al-Dawa. Dit is de politieke taak van de extremistische Lashkar-e-Taiba, door de Verenigde Staten gebrandmerkt als een terroristische organisatie. De beweging vecht in het Indiase deel van het betwiste Kasjmir een guerrillaoorlog uit.

Na de aardbeving in Kasjmir hebben Britse moslims, van wie velen banden hebben met Pakistan, grote sommen geld opgehaald voor hulpverlening. Een deel daarvan werd in tassen vol contanten naar het rampgebied gebracht, waardoor er weinig controle mogelijk was over de bestemming van het hulpgeld.