Religie via media rukt op in VS
Steeds meer Amerikanen beleven het christelijk geloof via de media in plaats van in de traditionele kerkdienst. Dat blijkt uit een recent onderzoek. Deze belangstelling gaat ten koste van de gemeenschapszin. Christelijke radio- en televisiestations en ook internetproviders proberen steeds meer tegemoet te komen aan de „religieuze hunkering” van hun groeiend publiek, zegt een topman van United Press International.
Onderzoeker George Barna meldt dat in de maand juni 63 procent van de Amerikaanse volwassenen ten minste één keer een kerkdienst heeft bezocht. Tegelijkertijd maakte 67 procent gebruik van andere middelen, zoals radio, televisie of boeken, om meer te weten te komen over het christelijk geloof. In getallen: er zijn volgens Barna ongeveer 132 miljoen volwassenen die in juni een kerkdienst hebben bezocht, terwijl 141 miljoen volwassenen op een of andere wijze gebruikmaakten van christelijke media.
Niet alle kerken zijn blij met deze ontwikkeling. Ook christenen uit de mediawereld zien de gevaren ervan in. „Christus heeft bevolen een kerk te bouwen, en niet een radiostation”, zegt Joe D. Davis, vice-president van Salem Communications Corp., een snel groeiende radiomaatschappij in Californië. Het bedrijf is eigendom van 82 radiostations in geheel Amerika en heeft 1600 klanten.
Walt Williams, stichter en voorzitter van het Innovation Center for Technology, een afdeling van Campus Crusade for Christ, is het met hem eens. Toch ziet hij internet als een goed middel om jonge mensen te bereiken die „zoekers” zijn en die niet te maken willen hebben met de kerk. „De kerk blijft het lichaam van Christus. Zij gaat over discipelschap en gemeenschap. Er mag geen elektronische kerk van gelovigen ontstaan die voor hun monitoren zitten”, zegt hij in een interview.
De christelijke mediadeskundige David Davenport, voormalig president van Pepperdine University, wijst echter op een moeilijk dilemma. „Het goede nieuws in deze ontwikkeling is dat de jongere generatie erg geïnteresseerd blijft in het geloof. Maar het slechte nieuws is dat de betrokkenheid van deze generatie op kerken en gemeenschappen niet bepaald hoog is.”
Internet functioneert als een digitale tent, zegt Wilson van United Press International. Hij ziet een parallel met de negentiende-eeuwse opwekking in methodistische en baptistische kring. Via de digitale ruimte kunnen volwassen christenen jonge zoekers bereiken, om hen vervolgens „vriendelijk te leiden” naar de plaatselijke gemeente, waar zij gemeenschap kunnen oefenen met geloofsgenoten.
Joe Davis erkent dat de radiowereld nooit een vorm van discipelschap kan bewerkstelligen. „We zijn uiteindelijk niet meer dan enkele onzichtbare luchtgolven. Alles wat kunnen doen, is dienstbaar zijn aan de plaatselijke gemeente en deze op onze manier aanvullen.”
Zogenaamde cyberzendelingen moeten flexibel zijn om de traditionele theologische regel te relativeren, zegt Wilson. „Deze regel stelt dat de leer eerst komt, dan de ethiek en de moraal. Maar in het licht van het postmoderne klimaat en de leerstellige onwetendheid van veel jonge Amerikanen zijn de zaken ingrijpend veranderd. Het zwaarst moet wegen dat de relatie met God hersteld wordt. Daarna komt de leer en in de derde plaats de ethiek”, zo is zijn overtuiging.
Davis ziet als belangrijke doelgroep van de digitale media vooral de jonge mensen die in stedelijke gebieden wonen en van wie volgens hem bekend is dat hun geestelijke honger „enorm” is. Christelijke radioprogramma’s doen het vooral goed in grote steden als New York, Los Angeles en Chicago.