Grondstoffen: hoe nu verder?
De belangstelling voor grondstoffen als beleggingscategorie is enorm toegenomen. Naast fundamenteel gunstige vooruitzichten biedt het beleggen in grondstoffen ook mogelijkheden voor spreiding in de beleggingsportefeuille.
De afgelopen jaren zijn de grondstoffenprijzen sterk opgelopen. Zo heeft bijvoorbeeld koper sinds 2002 een prijsstijging van ruim 400 procent doorgemaakt. Een terechte vraag is of beleggers vanaf de huidige niveaus dienen in te stappen.Om deze vraag te beantwoorden is het zinvol een onderscheid te maken tussen structurele en cyclische factoren. De structurele drijfveer achter de vraag naar grondstoffen is het grondstoffenintensieve urbanisatie- en industrialisatieproces in de opkomende landen. De omvang van de stedelijke bevolking in China is de afgelopen tien jaar met gemiddeld 4,8 procent toegenomen, terwijl het aantal bewoners van het platteland met gemiddeld 1,4 procent is afgenomen.
Kijken we naar de aanbodkant, dan wordt deze gekenmerkt door onderinvesteringen in de mijnbouwsector, sterk stijgende operationele kosten (energie), strenge milieuwetgeving en knelpunten bij de beschikbaarheid van mensen en materieel.
Deze situatie van een sterke vraag in combinatie met een achterblijvend aanbod van grondstoffen heeft geleid tot een explosieve stijging van de grondstoffenprijzen. De grondstoffenmarkten kunnen zich echter niet onttrekken aan de cyclische factoren. Wereldwijd worden de rentetarieven opgetrokken om de inflatie binnen de perken te houden. De hogere rente leidt tot een lagere economische groei, die op zijn beurt leidt tot een afnemende vraag naar grondstoffen.
Niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook in Azië zullen economieën als gevolg van de monetaire verkrapping naar een lagere versnelling terugschakelen. Historisch gezien gaat een piek in de korte rente gepaard met een piek in de grondstoffenprijzen. De renteverhogingen werken in toenemende mate door in de economie, waardoor grondstoffenprijzen steeds kwetsbaarder worden voor een koerscorrectie.
Bovendien zijn er signalen dat de grondstoffenprijzen deels door speculatief kapitaal worden gedreven. Indien de koersontwikkeling van de beursgenoteerde grondstoffen wordt vergeleken met die van de niet-genoteerde grondstoffen, dan wordt een opvallende discrepantie zichtbaar. De grondstoffen die via de beurs worden verhandeld, zijn vele malen meer in prijs gestegen dan de grondstoffen die rechtstreeks tussen leverancier en afnemers worden verhandeld. Dit terwijl beide soorten grondstoffen onder invloed van de dezelfde fundamentele krachten staan.
Al met al achten wij de grondstoffenmarkten rijp voor een correctie. Indien grondstoffenprijzen een correctie ondergaan, dan variëren de (historische) prijsdalingen van 20 tot 40 procent. Maar reden voor te veel somberheid is er niet. De Amerikaanse economie krijgt waarschijnlijk slechts te maken met een kleine dip, net als in het midden van de jaren negentig. Een recessie is niet aan de orde. Bovendien zullen de opkomende landen hard blijven groeien, en hiermee neemt ook de vraag naar grondstoffen toe.
Het aanbod daarentegen zal voorlopig achterblijven als gevolg van de aanbodspecifieke kenmerken. Wij gaan uit van een correctie van de grondstoffenprijzen in de tweede helft van dit jaar, waarna ze vervolgens weer opveren. Naar onze mening biedt deze correctie in de grondstoffenprijzen aantrekkelijke koopkansen voor beleggers.
De auteur is werkzaam als beleggingsstrateeg bij Theodoor Gilissen Bankiers. Zijn bijdrage is geen aanbeveling of advies om effecten te kopen of te verkopen.