Opinie

Meebetalen naar draagkracht leidt tot solide AOW

Het meebetalen van 65-plussers aan de AOW is niet verstandig, stelde drs. F. A. J. Th. Kalberg woensdag op deze pagina. Maar het alternatief om de pensioengerechtigde leeftijd naar 67 jaar te verhogen is minder wenselijk. Bovendien mag naast solidariteit tussen generaties, ook solidariteit tussen arm en rijk een rol spelen, vindt Dick Corporaal.

11 August 2006 20:26Gewijzigd op 14 November 2020 04:00

Toen de AOW in 1957 werd ingevoerd, hadden veel 65-plussers geen pensioen opgebouwd. Gelukkig zijn de tijden veranderd. Mede dankzij de PCOB is een nieuw bewustzijn ontstaan. Veel senioren hebben nu wel een goed inkomen en spelen een actieve rol in de maatschappij. Een welvaartsvast pensioen, opgebouwd via de AOW en een aanvullend gespaard pensioen, is voorwaarde om volwaardig mee te doen. En de verplichting pensioen op te bouwen hoort daarbij.De AOW moet als welvaartsvast basispensioen blijven bestaan. Daarvoor moeten tijdig garanties worden ingebouwd. Juist daar zit een knelpunt. Want het geld voor de AOW dat wordt opgebracht door werkenden, is ontoereikend omdat het aantal 65-plussers groeit. Jaarlijks komt om die reden meer geld uit de algemene middelen om de AOW te bekostigen. Dit wordt door de belastingbetaler inkomensafhankelijk betaald. Voor 2006 is dat 5 miljard euro, ongeveer 20 procent. Jaarlijks vindt op die manier nu al een toenemende fiscalisering van de AOW plaats.

Lage inkomens
Door ons belastingsysteem betalen mensen met hogere inkomens meer belasting. Dat geldt ook voor gepensioneerden. Op dit moment wordt aan AOW-premie door werkenden alleen betaald tot een inkomen van ongeveer 30.000 euro. Daarboven niet. Het betreft dus juist mensen met lagere inkomens die procentueel het meeste afdragen.

De heer Kalberg baseert zijn betoog in de krant van 9 augustus op het verre verleden en op de verre toekomst, maar vergeet de actualiteit. In 1986 hebben gepensioneerden inderdaad 5 procent ingeleverd. Anno 2006 is echter geen sprake van 5 procent korting, maar staat de AOW als sociaal systeem op het spel. Verder stelt de heer Kalberg dat er over dertig jaar genoeg werkenden zijn die de AOW opbrengen. Maar demografische voorspellingen zijn nooit waterdicht. Bovendien vergeet hij dat er juist vandaag een probleem moet worden opgelost.

Vrijwillig
Het alternatief om de pensioengerechtigde leeftijd van 65 naar 67 jaar te verhogen, is minder wenselijk. Want niet alle mensen worden tachtig jaar of ouder. Eerst moeten we stimuleren dat meer mensen tot hun 65e blijven werken. Ook moet het beter mogelijk worden vrijwillig na je 65e jaar door te werken.

Wanneer het kabinet laat zien dat koopkrachtbehoud van gepensioneerden prioriteit heeft, zal een breder draagvlak ontstaan voor een voorzichtige verdere fiscalisering van de AOW. Zeker als we beseffen dat de AOW ooit is ingevoerd als basisvoorziening tegen armoede. Het naar draagkracht meebetalen aan de AOW, waarbij ouderen met een laag inkomen buiten schot blijven, kan daarom worden gezien als de bekroning van de emancipatie van ouderen. We hoeven onze hand niet meer op te houden maar doen op alle fronten mee. Ook door het nemen van een gezond stuk verantwoordelijkheid.

De auteur is voorzitter van de Protestants Christelijke Ouderen Bond (PCOB). Op 7 september gaan leden van de PCOB op een themadag in Nijkerk met elkaar in discussie over de AOW waarna de ouderenbond een definitief standpunt inneemt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer