Plaats diaken CGK vraagt doordenking
De synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken heeft deputaten Algemene Diaconale en Maatschappelijke Aangelegenheden (Adma) gevraagd hun rapport “Diaconaat, diaken en kerkelijke vergaderingen” opnieuw bij kerkenraden en classes onder de aandacht te brengen en te bevorderen dat het verder besproken wordt.
De discussie over dit rapport spitste zich toe op de positie van de diakenen en de manier waarop deze zijn afgevaardigd naar de meerdere vergaderingen. In 1962 besloot de synode dat diakenen en ouderlingen binnen het kerkrecht een gelijkwaardige positie hebben en dus in principe ook afgevaardigd kunnen worden naar classicale vergaderingen. Daaraan lag uiteindelijk een studie van prof. J. Hovius ten grondslag. In 1992 kregen deputaten de opdracht onderzoek te doen naar het functioneren van diakenen en het diaconaat op kerkelijke vergaderingen.
Groeimodel
In 1998 presenteerden deputaten een rapport met onder andere de aanbeveling dat de classes moeten bevorderen dat kerkenraden ook een diaken afvaardigen. Daarbij werd gesproken van een zogenaamd groeimodel met betrekking tot de particuliere en generale synode. De synode wees gisteren een voorstel af om reeds nu verder te gaan met de uitbouw van de diaconale afvaardiging naar meerdere vergaderingen.
Op de achtergrond speelt een rol dat diaconale zaken zelden op de tafel van de classes komen. Dat heeft tot gevolg gehad dat veel diaconaal werk volgens deputaten te weinig aandacht heeft gehad. Deputaten bepleiten meer aandacht voor diaconale zaken op meerdere vergaderingen. Wel besloot de synode dat bezinning rond het diaconaat op de particuliere synode voortgang moet hebben.