„Alsof een olifant door het huis danste”
MIDDELSTUM - De grootste aardbeving in Noord-Nederland is de Groningers niet in de koude kleren gaan zitten. „Mijn maag keert nu nog om”, zegt de gedupeerde Judith Timmer.
Middelstum is winderig. Rond het middaguur klateren klingelende klokklanken over het Groningse dorp. Bewoners werden dinsdagochtend om zeven uur opgeschrikt door twee forse schokken. De beving had een kracht van 3,5 op de schaal van Richter. „Ik zat recht overeind in bed. Alsof een olifant door het huis danste”, zegt dorpeling C. Reinders, terwijl hij staand op een ladder de dakgoot schoonmaakt.Aan het Kerkpad, pal achter de eeuwenoude Hippolytuskerk, scholen buurtbewoners samen. Cameraploegen lopen af en aan.
Het tachtig jaar oude huis van Tim en Judith Timmer is behoorlijk beschadigd door de aardbeving. „Er zitten scheuren in verschillende muren, balken zijn ontzet, een raampje is gebarsten en de schoorsteen is losgekomen”, maakt Tim de balans op.
Zijn vrouw Judith heeft de schrik nog in de benen. Druk gebarend: „Mijn maag keert nu nog om. Het was dinsdag echt heel raar wakker worden. Ik voelde meteen: Dit is anders dan anders. Ik heb nooit de neiging gehad om in paniek het huis uit te rennen, maar nu wilde ik vluchten. Omdat de schokken ophielden, hoefde dat uiteindelijk niet. Ik voelde dat ons huisje in zijn voegen kraakte. Heel vreemd. Wat moeten mensen die een echte aardbeving hebben beleefd, doormaken? Dat moet verschrikkelijk zijn.”
Middelstum is inmiddels vertrouwd geraakt met aardschokken. Sinds 1986 deden zich tien dergelijke bevingen voor. Ze ontstaan door de gaswinning in de regio. In Groningen wordt sinds 1959 naar gas geboord. Dat gaat voorlopig nog wel enkele tientallen jaren door. De aardbeving van dinsdag spande de kroon.
„Het was heel onheilspellend”, zegt de 57-jarige J. Hazekamp in de kamer van zijn woning aan de Schoolstraat. Nietsvermoedend las hij dinsdagochtend rond zeven uur zijn krant. „Opeens klonk raar gerommel. Veel intenser dan van een zware vrachtwagen. Ik dacht: Dit wordt een beving, en wel een flinke. Het huis trilde niet zozeer, maar schudde op zijn grondvesten.”
Voor Hazekamp, zelf voorheen werkzaam in de gaswinning, zijn de aardbevingen geen reden om zich te keren tegen de gasboringsactiviteiten van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) in de regio. „Aardgas is belangrijk. Het levert de economie veel geld op. We moeten nu eenmaal mee met onze tijd. Wij verplaatsen ons immers ook niet alleen meer met de fiets. Deskundigen hebben gezegd dat in deze regio zich geen echte zware aardbeving zal voordoen. Daar vertrouw ik dan maar op. Als zo’n beving toch zou plaatsvinden, voel ik me natuurlijk wel voor de gek gehouden.”
Ook het huisje van de 36-jarige Coen Wierenga aan de Schoolstraat is de beving niet ongeschonden doorgekomen. In de woonkamer wijst hij naar een spleet boven een deur en naar een scheur in de hoek van de muur, tussen twee vitrines met militaire spullen. „Die scheuren moeten door de aardbeving zijn ontstaan.” Wierenga wordt er niet blij van. „Ik ben een hele tijd bezig geweest om dit huisje te restaureren.”
Werd Wierenga dinsdagochtend even kort wakker van de aardschokken -„ik hoorde deuren rammelen”-, een beving van een paar jaar geleden staat hem nog helder voor de geest. „Die deed zich ’s nachts om tien over één voor. Het leek net of het onder de grond onweerde. Je weet niet wat je meemaakt. Mensen die een aardbeving met een kracht van 6, 7 op de schaal van Richter beleven, zullen hem echt knijpen.”
Met de pet op en rode klompen aan de voeten loopt Harm Bos, man van de kosteres, door de uit 1500 daterende Hippolytuskerk in het centrum van het dorp. Zelf heeft Bos niks gemerkt van de beving. „Ik ben een vaste slaper. Al gaat er een bom af, ik slaap door.” Of het godshuis averij heeft opgelopen, staat nog te bezien. Dinsdag zijn foto’s genomen van zogenaamde scheurmeters. Dat zijn plaatjes die op de millimeter nauwkeurig afwijkingen in bestaande scheuren bijhouden.
Boer in ruste J. Wieringa -verweerd, gekromd- heeft de schokken ook gevoeld. En dat was best even schrikken, meldt hij in de deuropening van zijn woning, met uitzicht op goudgele korenvelden. Maar ze moeten de zaak niet gaan opblazen. Hij heeft wel ergere dingen meegemaakt. „Man, man, man, er is al kabaal genoeg in de wereld.”