De explosie vond plaats vlakbij een school in een een dichtbewoonde wijk van de stad. Ooggetuigen vertelden hoe rookpluimen uit het gebied opstegen.De aanslag komt op de veertiende dag van gevechten tussen de opstandige Tamil Tijgers (LTTE) en het leger in het noordoosten van Sri Lanka. De gewelddadigheden, die al aan 440 mensen het leven hebben gekost, begonnen toen de rebellen een watersluis hadden afgesloten, waardoor circa 15.000 akkerbouwers zonder water kwamen te zitten.

Dinsdag stelden de opstandelingen dat zij de sluis weer hadden geopend. Dat gebeurde volgens een woordvoerder op verzoek van bemiddelaar Noorwegen. Het is een van de spaarzame hoopvolle tekenen in een nieuwe escalerende fase in de al twintig jaar durende burgeroorlog. Sinds 2002 geldt op Sri Lanka een wankel staakt–het–vuren, maar daar hielden beide partijen zich de afgelopen maanden steeds minder aan.

Eerder op de dag werd bekend dat het aantal in de noordoostelijke stad Muttur omgekomen hulpverleners is opgelopen tot zeventien. De Franse hulpverleningsorganisatie Actie tegen Honger (ACF) zei dat de slachtoffers, allen met de Srilankaanse nationaliteit, om het leven zijn gekomen door schoten. Hun lichamen werden aangetroffen in hun kantoor.

Volgens getuigen leek het alsof de hulpverleners waren geëxecuteerd. De lijkschouwing in het ziekenhuis van de stad Trincomalee moet uitwijzen wat de doodsoorzaak is. De Tamil Tijgers en de regeringstroepen beschuldigen elkaar van betrokkenheid bij de dood van de zeventien.

Intussen probeert het Rode Kruis toegang te krijgen tot het gebied rond Muttur, waar zeker vierduizend mensen niet weg kunnen als gevolg van de gevechten. In de nabijgelegen stad Eachchilanmpattai zouden ongeveer 11.000 mensen dringend hulp nodig hebben.