Vermoorde hulpverleners hadden goede reputatie
COLOMBO - De Franse hulpverleningsorganisatie Action Contre le Faim (Actie tegen honger, ACF) heeft dinsdag een autopsie laten uitvoeren op de lichamen van 17 vermoorde Tamil- en moslimhulpverleners van de organisatie. Zij werden zondag dood aangetroffen rond hun kantoor in Muttur, in het noordoosten van Sri Lanka.
De autopsie vond plaats onder de aanwezigheid van een rechter en afgevaardigden van de politie die weigerden een verklaring vrij te geven. Het officiële rapport van de autopsie wordt over vier dagen gepubliceerd. Enige van de lichamen werden aan familieleden overhandigd voor een begrafenis.Een Nederlandse hulpverlener in Sri Lanka, die vanwege veiligheidsredenen anoniem wil blijven, noemt de moord „het grootste incident in Sri Lanka waarbij hulpverleners zijn betrokken.”
De voormalige manager van de zeventien omgekomen hulpverleners, Chris Brewer, zegt hevig geschokt te zijn. Hij is momenteel op een korte vakantie in Engeland. „Ik kan niet begrijpen wie dit gedaan zou kunnen hebben.”
Zijn team werkte aan water- en sanitaire voorzieningen in kampen en dorpen, legt Brewer uit. „Ze waren allemaal heel jong. Begin twintig. Ze waren tsunamihulpverleners en hielpen ook mensen die door de oorlog geraakt waren. We hadden veel mensen in Muttur en een goede reputatie. Ik kan me niet voorstellen dat het lokale mensen zijn geweest die dit hebben uitgevoerd.”
De vermoorde hulpverleners werden zondag gevonden door een team van de organisatie Consortium of Humanitarian Agencies (CHA) die onderzoek aan het uitvoeren was na hevige gevechten in de regio.
„Toen we het kantoor benaderden”, beschrijft het rapport van het onderzoekscommittee van CHA, „stuitten we op de vreselijke aanblik van de lichamen en een grote stank. Alle lichamen lagen met het gezicht naar beneden in de voortuin, schijnbaar in één lijn en van zeer dichtbij neergeschoten. Het was te erg om naar te kijken.”
Alle hulpverleners droegen ACF-T-shirts en het kantoor zelf was ook duidelijk herkenbaar als een kantoor van de Franse ngo (non-gouvernementele organisatie). Vier van de vermoorde hulpverleners waren vrouwen. Ze konden niet verward worden met troepen van het leger van Sri Lanka of de Tamil Tigers (LTTE), die voor onafhankelijkheid vechten.
Tot vrijdagmorgen had het ACF-kantoor in Trincomalee nog radiocontact met de omgekomen hulpverleners. Daarna vielen alle verbindingen weg.
Sluis
De gevechten begonnen over een conflict over de watertoevoer vanuit een irrigatiekanaal in het zuiden van Trincodistrict. De LTTE weigerde de sluis te openen, waardoor volgens de regering duizenden boeren hun oogst verloren zouden zien gaan. Zo’n 60.000 mensen in regeringsgebied zouden zonder water komen te zitten. De regering bombardeerde vervolgens het gebied en probeerde het met grondtroepen te bereiken.
De hulpverleners hadden geprobeerd het gebied te verlaten, maar waren daartoe niet meer in staat vanwege de hevige gevechten. Ondanks hun eigen hachelijke situatie wisten ze toch nog verschillende burgers te helpen.
Op vrijdag werd er nog zwaar gevochten in Muthur, maar de LTTE maakte die dag bekend dat ze zich zouden terugtrekken naar de bestandslijn van 2002. Muttur is volgens de overheid nu weer volledig in handen van het leger.
Ngo’s in Sri Lanka zijn razend. Hulpverleners zeggen dat zij dit al enige tijd zagen aankomen. „De laatste tijd zijn er steeds meer intimidaties geweest richting hulporganisaties”, zegt de anonieme Nederlandse hulpverlener.
Afgelopen mei werden er granaten gegooid op de kantoren in Tricomalee van ZOA, Intersos en Non Violent Peace Force.
Er zijn ook bedreigingen geweest aan ngo’s dat ze geen hulp meer moesten leveren aan Tamils die eerder op de vlucht waren geslagen na een bombardement in het Mutturgebied.
„In Trinco”, zegt de Nederlander, „heerst het gevoel onder de Tamilbevolking dat de 17 zijn vermoord door het leger. Er zijn echter geen feiten die dat ondersteunen. Op vrijdag en zaterdag zijn beide partijen in Muttur geweest. Beide kanten zijn dus in staat geweest om dit te doen. Beide kanten hebben ook in het verleden moordpartijen gehouden.”