Dat heeft de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Frank-Walter Steinmeier, dinsdag gezegd. Hij vertrok meteen daarna naar het Midden-Oosten om de tekst van de resolutie voor te leggen aan de betrokken partijen.Een stemming over de resolutie, die later deze week wordt verwacht, is al dagen uitgesteld wegens verzet van Libanon.

Alle oproepen tot een bestand ten spijt vlogen Israëlische gevechtsvliegtuigen net als de 27 voorafgaande dagen ook vanochtend weer hun bombardementsmissies.

Luchtaanvallen kostten dinsdag 69 Libanezen het leven. Zo kwamen door een beschieting van een zuidelijke buitenwijk van Beiroet zeker twintig mensen om. De toestellen bestookten doelen in een stadsdeel dat tot nog toe nauwelijks was aangevallen, waardoor er nog veel bewoners aanwezig waren. Reddingswerkers zochten vanochtend in de puinhopen nog steeds naar 26 vermisten.

Terwijl de Duitse bewindsman het nieuws over een mogelijk akkoord bekendmaakte, was een delegatie van de Arabische Liga nog onderweg naar New York om de Arabische kritiek op de door de VS en Frankrijk ingediende resolutie over te brengen. Zij doen dat op verzoek van de Libanese premier Fouad Siniora. De regeringsleider barstte gisteren tijdens de top van Arabische ministers van Buitenlandse Zaken in tranen uit, terwijl hij vroeg om een „onmiddellijk en onvoorwaardelijk staakt-het-vuren.”

De tekst die tot nog toe voorlag, vraagt om een „volledige stopzetting van de vijandelijkheden” en stelt het sturen van een internationale troepenmacht naar het gebied in het vooruitzicht. De ontwerpresolutie geeft Israëlische grondtroepen echter de ruimte om in het zuiden van Libanon te blijven. Bovendien heeft de Israëlische regering aangekondigd dat ze keihard zal blijven reageren op Hezbollahaanvallen.

Om zijn pleidooi kracht bij te zetten, deed Libanon gisteravond de toezegging dat het zo’n 15.000 militairen naar het zuiden van het land wil sturen zodra Israël zich uit het gebied heeft teruggetrokken. Dit gebaar moet de internationale gemeenschap overtuigen van de goede wil van de regering. De Israëlische premier Olmert noemde het een „interessante stap.”

Die zegt al reservisten te hebben opgeroepen die in staat zijn het grensgebied te bewaken en Hezbollah ervan te weerhouden aanvallen op Israël uit te voeren.

Op de bijeenkomst van de Arabische Liga in Beiroet beschuldigde Siniora Israël van „staatsterrorisme” en verklaarde hij dat er gisteren in het dorp Houla een bloedbad had plaatsgevonden waarbij veertig burgers om het leven waren gekomen. Hij moest zijn bewering echter korte tijd later intrekken. Volgens de VN-vredesmacht in het gebied werden in Houla vijf burgers gedood toen gebouwen instortten door de bombardementen.

Inmiddels zijn de afgelopen vier weken door Israëlische beschietingen en bombardementen meer dan duizend mensen om het leven gekomen. Aan Israëlische zijde werden 94 mensen gedood, onder wie 61 militairen. In Libanon zijn zeker 915.000 personen mensen huis en haard ontvlucht.

Door een luchtaanval op een brug over de rivier de Litani, die circa dertig kilometer van de grens door het Libanese bergland slingert, sloot Israël de havenstad Tyrus en andere delen van Zuid-Libanon praktisch van de buitenwereld af. De noodbrug was de belangrijkste route voor hulpgoederen naar Tyrus, waar tienduizenden vluchtelingen hun toevlucht hebben gezocht. Hulpverleners hebben hun ernstige zorgen uitgesproken over de mogelijkheden om deze mensen nu te bereiken.